Vitamine K2 of menachinon (MK) kent vele varianten. Het korte keten MK-4 kan bij de mens uit vitamine K1 worden gevormd en komt voor in dierlijke producten zoals lever. De lange keten vitamine K2-varianten zoals MK-7, MK-8, MK-9, MK-10 en MK-11 zijn van bacteriële oorsprong en komen voor in bepaalde gefermenteerde voedingsmiddelen zoals kaas. Studies met vitamine K2 suppletie vinden de laatste jaren vooral plaats met de MK7 variant uit natto (gefermenteerde soja). Dit komt omdat een firma die deze soort vitamine K2 produceert dergelijke onderzoeken sponsort. Deze onderzoeken hebben wisselende resultaten laten zien. Een onderzoek met een (te) hoge dosering liet een averechts effect zien. In de voeding komt MK 9 echter het meest voor in diverse soorten kaas. Zie Vitamine K2 in kaas en andere melkproducten terwijl in volle melk ook veel MK-11 voorkomt. Ondanks een hoog gehalte verzadigd vet komt gefermenteerde zuivel zoals kaas in vele onderzoeken naar voren als gunstig voor de bloedvaten en de botdichtheid. Magere zuivel zoals magere kwark en magere melk bevat bijna geen vitamine K. Deze vitamine speelt een belangrijke rol in de gezondheid van de botten en van de bloedvaten. Om hier meer duidelijkheid in te krijgen deed men in Noorwegen een klinische studie met twee soorten kaas.
Tag: osteoporose Pagina 1 van 2
Een onderzoek bij mensen met osteopenie liet verbeteringen zien in de gemeten botdichtheid met een geelwortelextract.
Melatonine, het hormoon dat vooral ‘s-nachts wordt aangemaakt en ook in kleine hoeveelheden in de voeding aanwezig is, blijkt van belang te zijn voor de lichaamssamenstelling en de botdichtheid.
Als voedingssupplement of medicatie wordt melatonine doorgaans gebruikt als slaapmiddel. Het is als zodanig redelijk effectief en heeft vooral in lage doseringen geen of nagenoeg geen nadelige bijwerkingen. Het is een lichaamseigen stof waarvan de aanmaak verstoord kan zijn. In Denemarken voerde men een één jaar durend onderzoek uit waar 81 vrouwen van 55 jaar en ouder aan meededen. Al deze vrouwen hadden in meer of mindere mate last van botontkalking waarvoor iedereen extra vitamine D en calcium kreeg (800 IE vitamine D en 800 mg calcium). Omdat uit dierproeven was gebleken dat melatonine bij muizen de botdichtheid verbeterde startte men dit dubbelblind onderzoek om te kijken of dit bij mensen ook het geval is. Tegelijkertijd onderzocht men het effect op de lichaamsamenstelling, de spierkracht en op de slaapkwaliteit. Hiervan deed men verslag in verschillende recente publicaties.
De vrouwen werden in drie groepen verdeeld: een placebogroep, een groep die 1 mg melatonine per dag kreeg en een groep die 3 mg per dag kreeg. De tabletten werden voor het slapen gaan ingenomen.
Botdichtheid
Onlangs baarde de publicatie van een Zweedse studie nogal wat opzien. Onderzoekers bleken een sterk verband gevonden te hebben tussen het drinken van melk en een verhoogde kans op voortijdig overlijden en op botbreuken. In diverse kranten en op websites verschenen commentaren van deskundigen die me na lezing nogal verbaasden. Zowel de voedingswetenschappers Katan en Seidell als de voorlichtingswebsite van Het Voedingscentrum bagatelliseerden de resultaten. Zo staat op de site van het Voedingscentrum, dat het drinken van melk juist aanbeveelt, te lezen dat dergelijk epidemiologisch onderzoek geen oorzaak en gevolg kan bewijzen en dat er andere onderzoeken zijn geweest die geen verband konden leggen tussen het drinken van melk en sterfte en het drinken van melk en een verhoogde kans op botbreuken.1 Opvallend is dat deze commentatoren één belangrijk element onvermeld laten. Het hogere sterfterisico bij vrouwen die minstens 3 glazen melk per dag gedronken hadden t.o.v. de consumptie van minder dan één glas melk per dag was maar liefst 93%. Een dergelijk onderzoek toont inderdaad slechts een correlatie aan, twee gebeurtenissen die gelijktijdig optreden, maar 93% is eenzelfde soort percentage dat je vind als je rokers met niet-rokers vergelijkt.
In het zogeheten Framingham Osteoporose Onderzoek – een Amerikaans bevolkingsonderzoek waarbij de mensen 15-17 jaar werden gevolgd – bleek de vitamine C inname sterk gerelateerd aan het aantal fracturen. Als de mensen in drie groepen waren verdeeld wat betreft vitamine C gehalte uit de voeding + supplementen dan had de groep met de hoogste inname, ongeveer 313 mg vitamine C per dag, 54% minder risico gelopen op een heupfractuur.
Voedingsdeskundigen en andere gezondheidsprofessionals weten al heel lang dat handhaving van een juiste zuur/base-balans noodzakelijk is. Als het gaat om de instandhouding van onze gezondheid en het vertragen van het verouderingsproces dan is een goed evenwicht tussen zuur en base van cruciaal belang. Lichaamscellen functioneren alleen optimaal als ze hun werk kunnen doen in een overwegend basische omgeving. Zuur en base dienen zich in ons lichaam in het algemeen te verhouden als 70% base ( of alkalisch) en 30% zuur. Maar door het Westerse voedingspatroon bevinden velen zich in de gevarenzone, omdat hun lichaam vaak een verhouding kent van 80% zuur en 20% base. Om die reden lijden nogal wat personen aan kwalen die aan deze disbalans gerelateerd zijn. Bovendien zijn voor veel mensen begrippen als zuurvormend en zuurgraad tamelijk verwarrend. Maar ze verschillen aanzienlijk van elkaar.
Zuurbase-evenwicht
Osteoporose – letterlijk “poreuze botten”. Dat is de aanduiding die wordt gebruikt voor de algemene dan wel plaatselijke teruggang van het skelet ten gevolge van verminderde activiteit van de beenweefsel-vormende cellen [osteoblasten] en daardoor van de botopbouw. Bij deze uiterst onwenselijke situatie is de afbraak van het beenweefsel sterker dan de botopbouw. Het bot wordt als het ware “ijler” en op een röntgenfoto verhoogd doorlaatbaar. De aandoening leidt tot pijn, skeletvervorming en spontane fracturen van de heup, de wervelkolom, de ribben of de polsgewrichten. En dan niet persé door overbelasting maar gewoon tijdens dagelijkse bezigheden. [Zeer] ernstige invaliditeit kan dan het gevolg zijn.
Risicofactoren
Personen die lijden aan de ziekte van Cushing, vrouwen in de [post]menopauze, patiënten met hyperparathyroidie of hyperthyroidie hebben een verhoogd risico op botontkalking. Ook het overvloedig en langdurig gebruik van corticosteroïden en maagzuurremmende medicijnen of gebrek aan lichaamsbeweging en bepaalde voedingsstoffen kunnen leiden tot ernstige vormen van osteoporose. Maar er is nog een andere minder bekende risicofactor: rokers lopen een extra gevaar.