Prof. Dr. David Servan-Schreiber, moest even slikken. Hij bevond zich in Dharamsala, het Indiase ballingsoord van de Dalai Lama. Opgeleid als arts-psychiater, gepokt en gemazeld in de Westerse medische wetenschap, werd hij daar geconfronteerd met een visie op de geneeskunde die hem vreemd was. De kruidengeneeskunde. Als hoogleraar Klinische Psychiatrie aan de Universiteit van Pittsburgh [U.S.A.] had hij er wel van gehoord maar er nooit veel aandacht aan geschonken. Het was voor hem niet relevant. Kruiden gebruiken in de strijd tegen ziekte ? Ach kom nou!
Geelwortel
In Azië bestaan twee soorten universitair geschoolde dokters. De ene categorie werkt met het scalpel, medische apparatuur en de bekende farmaceutisch vervaardigde medicijnen, de andere houdt zich voornamelijk bezig met de toegepaste kennis der natuur, zoals herbologie [kruidenkunde] en de voedingsleer.
Prof. Schreiber vroeg zich af: is dat kruidengedoe wel ‘evidence based medicine’? Hoort dit niet thuis in de hoek van kwakzalvers en kruidenvrouwtjes? Komt een dergelijke benadering niet neer op verspilling van tijd, geld en moeite voor arts en patiënt? Tijdens zijn wandelingen door Dharamsala vroeg hij voorbijgangers dan ook wat zij zouden doen als er een acuut gezondheidsprobleem rees. Enigszins verbaasd over die vraag reageerden de meesten met: dat is nogal duidelijk. Voor een acute ontsteking, zoals een blindedarm of longontsteking, gaan we direct naar de dokter die de ‘noodgeneeskunde’ praktiseert. Dan worden we geopereerd of krijgen antibiotica. Maar voor chronische ontstekingen, zoals reumatoide artritis, darmontstekingen etc. bezoeken wij de arts die naar voedings en leefgewoonten vraagt en met natuurlijke ontstekingsremmers werkt zoals geelwortel. Geelwortel, wat is dat ? vroeg Schreiber later aan de stafleden van de medische faculteit van Dharamsala. Ze antwoordden dat het een okerkleurig poeder is dat gemaakt wordt door de gedroogde wortelstok van Curcuma Longa (Engels: ’turmeric’) fijn te malen. Deze tropische plant komt vooral in India en Indonesië voor, waar hij al eeuwenlang een zeer belangrijk onderdeel is van de culinaire en medische geschiedenis. Wij gebruiken er in onze gerechten dagelijks 1,5 tot 2 gram van, zeiden ze. Het belangrijkste onderdeel van kurkuma is curcumine dat farmacologisch op diverse manieren actief is: het is een sterke antioxidant, gaat trombose tegen en heeft ook kankerremmende eigenschappen.
De nieuwsgierigheid van prof. Schreiber was nu voldoende gewekt. Nederig, maar met een kritische instelling begon hij aan zijn speurtocht naar de geneeskrachtige eigenschappen van geelwortel. Reist u mee?