Het aminozuur L-glutamine kan mogelijk ernstige bijwerkingen van diverse soorten chemotherapie verminderen zonder dat de effectiviteit van de therapie erdoor wordt verminderd.
Door chemotherapie veroorzaakte perifere neuropathie (CIPN) is een ernstig nadelig effect dat optreedt door neurotoxische middelen die worden gebruikt voor de behandeling van kanker. De schade die deze middelen aan de zenuwcellen veroorzaken leiden tot het ervaren van sensorische symptomen zoals gevoelloosheid, tintelingen, branderig gevoel, pijn, verminderd huidsensatie en vermindering van de reflex (hyporeflexie). Deze symptomen beginnen meestal in de tenen en vingertoppen. Bij ernstige klachten wordt soms de hoeveelheid van de cytostatica verminderd. CIPN komt met name voor bij taxanen (paclitaxel, docetaxel), vinca-alkaloïden (vincristine, vinblastine, vinorel
bine) en platinaverbindingen (cisplatine, carboplatine, oxaliplatine). Enkele kleinere onderzoeken hebben laten zien dat L-glutamine deze bijwerkingen kunnen verminderen bij paclitaxel en oxaliplatine.
Glutamine is normaal gesproken een niet-essentieel aminozuur maar het kan voorwaardelijk essentieel worden bij patiënten met kanker die glutamine depletie ervaren als gevolg van verhoogde katabole (afbraak) stress. In vivo studies – dierproeven – suggereren dat glutamine de tumorgroei kan verminderen door het immuunsysteem van de gastheer te stimuleren. Er is ook gevonden dat het andere chemotherapeutische bijwerkingen vermindert, zoals spierpijn, gewrichtspijn, mucositis (ontstekingen aan de slijmvliezen), diarree, cardiotoxiciteit en ernstig gewichtsverlies. Bovendien is aangetoond dat glutamine de zenuwgroeifactor opwaarts reguleert in diermodellen. Een soortgelijk effect bij mensen kan een neurobeschermend voordeel verschaffen, waardoor CIPN wordt verminderd. Daarom hebben diverse onderzoekers experimenten uitgevoerd bij kankerpatiënten om te kijken of glutamine leidt tot vermindering van neuropathische klachten.
Lees meer