Vezelsupplement voor gewichtsbeheersing

Eén van de activiteiten van de EFSA, de Europese voedsel en veiligheidsautoriteit, is het beoordelen van gezondheidsclaims van voedingsproducten en bestanddelen en van voedingssupplementen. De eisen die gesteld worden aan de bewijzen die geleverd moeten worden om een gezondheidsclaim goedgekeurd te krijgen zijn bijzonder hoog. Men eist diverse dubbelblind onderzoeken met voldoende proefpersonen. Ook mag er geen enkele gevaar zijn dat aanbevelingen zouden kunnen leiden tot overmatig gebruik. Op 18 oktober heeft de EFSA een besluit genomen over een groot aantal ingediende claims. De meeste zijn, zoals gebruikelijk, afgewezen. Eén van de opmerkelijke goedkeuringen betrof het vezel glucomannan van de konjac plant. Het eerste supplement dat is goedgekeurd als hulpmiddel bij het afslanken. Lees verder “Vezelsupplement voor gewichtsbeheersing”

Behoefte aan extra vitamine D

Momenteel worden optimale concentraties van de actieve vorm van vitamine D in het bloed doorgaans op minimaal 75 nmol/l (30 ng/ml) gesteld. Het aantal mensen met een slechte botdichtheid, zwakke spieren, tandvleesaandoeningen, autoimuunziektes, vatbaarheid voor infecties, darmkanker etc. etc. neemt af bij een stijging van het vitamine D gehalte tot 75 nmol/l en volgens sommige onderzoeken zelfs tot 90-100 nmol/l.
Bekend is dat de meerderheid van de mensen het hele jaar door lagere gehaltes vitamine D in hun bloed hebben. ‘s-Winters lijkt een meerderheid van de Nederlanders zelfs een gehalte van minder dan 30nmol/l te hebben. Zo bleek uit een onderzoek onder 208 Nederlanders dat dit bij 76% van hen het geval was. In dat onderzoek gaf men de proefpersonen verschillende doseringen vitamine D en men registeerde ook het lichaamsgewicht. Het bleek dat de benodigde extra vitamine D hoger was bij een hoger lichaamsgewicht en uiteraard ook bij een lager aanvangsgehalte. In het artikel staat de volgende formule die gebruikt zou moeten worden als men het vitamine D gehalte weet: 40 x (75 – het gemeten gehalte) x lichaamsgewicht in kg. Het getal dat hieruit komt is dan de totale benodigde hoeveelheid extra vitamine D. Iemand van 70kg met een vitamine D gehalte van 30 nmol/l heeft zo 3000 IE per dag extra nodig om na zes weken op 75 nmol/l te komen. Als hij 90 kg weegt is er dan 3850 IE vitamine D per dag extra nodig.

Andere onderzoekers die vele voorgaande studies op dit gebied hadden bestudeerd kwamen tot de conclusie dat mensen ouder dan 65 jaar Lees verder “Behoefte aan extra vitamine D”

Vitamine C verbetert humeur ziekenhuispatiënten

Vitamine C heeft zeer veel functies in het lichaam. Wat betreft het psychisch functioneren speelt het een rol in de vorming van neurotransmitters. Het is nodig voor de vorming van tyrosine uit het aminozuur fenylalanine. Tyrosine is weer een voorloper van de neurotransmitters dopamine en norepinefrine. Van oudsher is ook bekend dat scheurbuik – een extreem vitamine C tekort – gepaard gaat met ernstige psychische klachten. Ook vitamine D speelt een rol in het hersenmetabolisme en bij depressieve mensen treft men gemiddeld lagere vitamine D gehaltes aan. Het is echter onduidelijk of dit een gevolg dan wel een oorzaak is van depressieve klachten. Nu blijkt uit dubbelblind onderzoek onder ziekenhuispatiënten dat extra vitamine C het humeur snel kan verbeteren terwijl vitamine D op korte termijn dat effect niet heeft. Lees verder “Vitamine C verbetert humeur ziekenhuispatiënten”

Alternatieve behandelingen sparen niet alleen levens maar ook geld

In Australië heeft een economisch onderzoeksinstituut een grondige studie uitgevoerd naar de kosten en de directe besparingen van vier alternatieve behandelingen. Men onderzocht of de kosten van st janskruid tegen depressiviteit, acupunctuur tegen lage rugpijn, omega-3 vetzuren bij hartpatiënten, een kruidenpreparaat bij artrose, en omega-3 vetzuren bij reumatoïde artritis hoger of lager zijn dan de besparingen aan medische kosten die deze alternatieve behandelingen opleveren. Ook werd gekeken naar de kosten per gewonnen gezond levensjaar van een behandeling. Het bleek dat drie van deze vier behandelingen kosteneffectief zijn, zelfs als alleen naar de directe besparingen gekeken werd en niet naar de economische voordelen van betere arbeidsproductiviteit. We hebben enkele opvallende bevindingen van dit uitgebreide rapport op een rijtje gezet. Lees verder “Alternatieve behandelingen sparen niet alleen levens maar ook geld”

Carnitine bij zwangerschapsdiabetes

Bij het ontstaan van diabetes type 2 en van zwangerschapsdiabetes speelt een toename van het gehalte vrije vetzuren een grote rol. Bij te veel eten treedt er een overbelasting van de lever op die leidt tot insulineresistentie die gepaard gaat met een hoger gehalte vrije vetzuren in het bloed. Carnitine speelt een rol in het metabolisme van vrije vetzuren. De behoefte aan deze voedingsstof is verhoogd bij een calorierijk dieet terwijl tijdens de zwangerschap de lichaamseigen aanmaak ervan vaak verlaagd is. Carnitine is een voedingsbestanddeel dat tot de aminozuren wordt gerekend. Het lichaam kan het echter ook zelf maken van lysine met behulp van o.a. vitamine C en ijzer. Vermoedelijk vanwege een relatief ijzertekort tijdens de zwangerschap is het carnitinegehalte dan vaak laag terwijl het vrije vetzuurgehalte dan stijgt hetgeen bijdraagt aan insulineresistentie. In ongeveer 2% van de gevallen leidt dit tot zwangerschapsdiabetes. Nu blijkt uit onderzoek dat extra l-carnitine het vrije vetzuurgehalte kan normaliseren.
Oostenrijkse onderzoekers verdeelden 30 zwangere vrouwen in twee groepen. De ene groep kreeg vanaf de 20ste week van de zwangerschap 2 gram carnitine (l-carnitine tartraat) per dag en de andere groep een placebo. Ook was er een controlegroep van gezonde niet-zwangere vrouwen. De carnitine bleek het gehalte vrije vetzuren te verlagen tot hetzelfde gehalte als bij de vrouwen in de controlegroep terwijl in de placebogroep het vrije vetzuurgehalte verder steeg. Ook daalde het triglyceridegehalte (triacylglycerol) door de carnitine, zij het niet zo sterk als het vrije vetzuurgehalte. Uit deze gegevens lijkt het zeer waarschijnlijk dat de kans op zwangerschapsdiabetes sterk wordt verlaagd door extra carnitine. Uit eerder onderzoek bleek overigens dat 500mg carnitine per dag het carnitinegehalte al kan normaliseren bij zwangere vrouwen.

Gynäkol Geburtshilfliche Rundsch 2009;49:230-235 (DOI: 10.1159/000301075)

European Journal of Clinical Nutrition (2009) 63, 1098–1105; doi:10.1038/ejcn.2009.36; published online 3 June 2009
Gerelateerd: Carnitine

B-vitamines beschermen hersenen tegen dementie

Een nieuw Engels onderzoek toont aan dat hoge doses B-vitamines hersenatrofie kan verminderen bij ouderen met geheugenklachten. Dat zou het risico op dementie moeten verkleinen.

Het hersenvolume neemt bij mensen van boven de 60 jaar met gemiddeld 0,5% per jaar af. Bij mensen met MCI (mild cognitive impairement oftewel milde achteruitgang van het denkvermogen) een mogelijk voorstadium van Alzheimer, gaat dit proces van hersenatrofie ongeveer twee keer zo snel. Bij Alzheimerpatiënten is dit krimpen van de hersenen zelfs 2,5% per jaar. 168 mensen ouder dan 70 jaar met de diagnose MCI kregen gedurende twee jaar dagelijks 500mcg vitamine B12 (cyanocobalamine), 20mg vitamine B6 (pyridoxine hcl) en 800mcg foliumzuur per dag of een placebo. Men mat jaarlijks het hersenvolume d.m.v. een MRI scan. Het bleek dat in de vitaminegroep de afname van het hersenvolume circa 30% lager was dan in de placebogroep. Mensen die bij aanvang een hoog homocysteïnegehalte hadden (een schadelijke stof waarvan het gehalte verhoogd is bij een tekort aan deze vitamines) was het verschil zelfs 50%.
Het effect van de vitamines was groter dan men had verwacht.

“Deze vitamines beschermen de structuur van de hersenen. Dat is erg belangrijk want we moeten de hersenen beschermen om Alzheimer te voorkomen”

aldus Professor David Smith van de Oxford Universiteit.

Van interesse is nog dat de genoemde dagelijkse doses vitamines het lichaamsgehalte van foliumzuur gemiddeld verviervoudigde en het B12 -gehalte verdubbelde.
Plos one, 2010
BBC Health

Zie ook: Vitamine B12 bij het ouder worden en B-vitamines, achteruitgang denkvermogen en Alzheimer

Vitamine D tegen spierzwakte door statines

Een tamelijk veel voorkomende bijwerking van statines (cholesterolverlagers) is spierpijn. Voor een deel wordt dit in de hand gewerkt doordat statines het co-enzym Q10 gehalte verlagen. Als men door suppletie het gehalte van deze voedingsstof weer aanvult kunnen de klachten verminderen. Het beperkte succes van extra CoQ10, als niet met de medicatie wordt gestopt, wijst erop dat statines ook op andere wijze spierafbraak in de hand kunnen werken. Omdat cholesterol ook nodig is voor de lichaamseigen aanmaak van vitamine D onder invloed van zonlicht en deze vitamine ook nodig is voor sterke spieren is er onderzoek verricht naar een mogelijke wisselwerking met statines.
Op welke wijze is niet helemaal duidelijk maar in tegenstelling tot wat je zou verwachten verlagen statines het vitamine D gehalte niet maar lijken deze medicijnen het gehalte van de vitamine juist te verhogen. Toch blijkt extra vitamine D goed te kunnen helpen tegen spierpijn door statines. In het joods ziekenhuis van Cincinnati (VS) werd het vitamine D-gehalte van 621 mensen die statines kregen gemeten. 128 van hen hadden last van spierpijn. Zij hadden gemiddeld lagere vitamine D-gehaltes dan de andere statinegebruikers. Bij 82 van deze 128 patiënten werd een vitamine D tekort vastgesteld. Zij kregen 50000ie vitamine D per week. In 92% van de gevallen verdween hierdoor de spierpijn.
Transl Res. 2009 Jan;153(1):11-6.

 

Gerelateerd: Vitamine D en statines