Volgens een Nederlands onderzoek hebben in het ziekenhuis opgenomen COVID-19 patiënten erg lage vitamine K gehaltes. Bovendien is het gehalte gerelateerd aan de ernst van de klachten.
Vitamine K is belangrijk voor een goede bloedstolling. Een soort antistollingsmiddelen, de vitamine K antagonisten (acenocoumarol en fenprocoumon), werken doordat ze de werking van vitamine K tegengaan waardoor er minder stollingsfactoren aangemaakt worden en het bloed ‘dunner’ wordt en niet zo makkelijk samenklontert. Minder bekend is dat vitamine K ook nodig is voor de aanmaak van factoren die een tegenovergestelde werking hebben, de antistollingsfactoren proteïne C en S. Deze twee proteïnes hebben ook ontstekingsremmende eigenschappen.
Bij ernstig zieke coronapatiënten die getroffen worden door een cytokinestorm d.w.z. een overmaat aan ontstekingsfactoren, treden ook problemen op met verhoging van stollingsfactoren en een afname van antistollingsfactoren waardoor bloedpropjes ontstaan. Daartegen worden dan medicijnen zoals heparine ingezet. Vanwege het belang van vitamine K voor de bloedstolling en antistolling heeft men van 123 coronapatiënten die opgenomen waren in het Canisius-Wilhelminaziekenhuis in Nijmegen het vitamine K gehalte vergeleken met een controlegroep. Men mat niet direct het vitamine K gehalte maar het gehalte inactieve matrix GLA proteïne (Dp-ucMGP). Dit is namelijk direct gerelateerd aan het vitamine K gehalte – hoe lager vitamine K2, hoe hoger Dp-ucMGP en vice-versa – en beter meetbaar. Dp-ucMGP gehaltes waren sterk verhoogd in COVID-19 patiënten (1673±1584 pmol/L) vergeleken met de controlegroep (536±291 pmol/L; p<0.0005).
Dp-ucMGP-spiegels waren opmerkelijk lager bij COVID-19-patiënten met goede uitkomst (1299 ± 1056 pmol / l) vergeleken met die met een slechte uitkomst (2087 ± 1940 pmol / l. Een goede uitkomst wil hier zeggen dat men ontslagen werd uit het ziekenhuis zonder aan de beademing te hebben gelegen. De mensen die op een gegeven moment moesten worden beademd of erger hadden een slechte uitkomst.
Dp-ucMGP gehaltes lager dan 300 pmol/L worden als gezonde gehaltes beschouwd waarbij sprake is van een goede vitamine K status.
Een tweede bevinding was dat het afgeleide vitamine K gehalte sterk was gerelateerd aan het desmosinegehalte waardoor men meent dat er bij degenen met erg lage vitamine K gehaltes er een sterke afbraak was van elastine en daarmee een verzwakking van bindweefsel in de longen en de bloedvaten.
Een volgende stap is om te onderzoeken of extra vitamine K gunstig is voor coronapatiënten.
Dofferhoff, A.S.; Piscaer, I.; Schurgers, L.J.; Walk, J.; van den Ouweland, J.M.; Hackeng, T.M.; Lux, P.; Maassen, C.; Karssemeijer, E.G.; Wouters, E.F.; Janssen, R. Reduced Vitamin K Status as A Potentially Modifiable Prognostic Risk Factor in COVID-19. Preprints 2020, 2020040457 (doi: 10.20944/preprints202004.0457.v1).
Delen.
Beste Adriaan Pruyssers,
Mijn beide kinderen, 31 en 28 jaar, hebben een proteïne S deficiëntie, helaas … beiden dus een verhoogde kans op trombose…hun risico met deze COVID-19 is dus dat er een vergrote kans is bij het krijgen van dit virus op trombose..?…. in welke vorm zouden zij dus met evt Vit K hier extra voorzorgsmaatregelen kunnen nemen??
Graag hoor ik van u!
Of uw kinderen een vergrote kans hebben op trombose is waarschijnlijk ook afhankelijk van de behandeling. Welke medicatie gegeven wordt. Bij vitamine K antagonisten mag niet zomaar extra vitamine K of vitamine K rijke voeding geconsumeerd worden. Vermoedelijk krijgen ze echter andere medicatie. Het verstandigst is om dit te bespreken met de behandelend arts en te vragen of het vitamine K gehalte of liever gezegd het gehalte inactieve matrix GLA proteïne (Dp-ucMGP) kan worden gemeten als dit mogelijk is. Jonge mensen hebben overigens minder vitamine K nodig dan ouderen. Dit kunt u lezen in andere artikelen op deze site die over vitamine K gaan.