De Britse bioloog Thomas Huxley (1825-1895) heeft eens gezegd dat de grote tragedie van de wetenschap hierin is gelegen dat een prachtige en vaak lang gekoesterde theorie uiteindelijk door een lelijk feit teniet wordt gedaan. En dat geldt natuurlijk niet alleen voor de biologie, maar ook- zoals ik in de inleiding van “Hildegard von Bingen, bink of bitch” schreef – voor de medische wetenschap. Maar wat Huxley ironisch als “tragedie” betitelde, is feitelijk voortschrijdend inzicht. En daar zijn we alleen maar blij mee, toch? Vele eeuwen geleden konden ziekten slechts “genezen” worden met behulp van bezweringsformules om geesten gunstig te stemmen. Maar in de 19 de eeuw werd duidelijk dat niet de boze geesten maar de boze bacteriën voor allerlei kwalen verantwoordelijk zijn. En die kun je gelukkig bestrijden. Maar we zijn er nog niet, want recent werd opnieuw een prachtige theorie vervangen door een “lelijk” feit, namelijk dat consumptie van verzadigd vet en een hoog cholesterolgehalte niet persè leidt tot hart en vaatproblemen.
Verzadigd vet, de boef ?
Toen die verzadigde vettheorie de wereld in werd gestuurd sloeg bij mensen de schrik om het hart. Want ineens moesten we alles laten staan waar dat moordende vet in zat en zo mager mogelijk gaan eten. De markt werd overspoeld met vetvrije en “light” producten en roomboter werd in de ban gedaan. Maar wie geen vet eet blijft hongerig en dat gevoel houdt niemand vol. Men begon – om die knagende trek te compenseren – grote hoeveelheden suikerrijke producten en andere geraffineerde koolhydraten te eten. Met als gevolg dat we niet alleen steeds dikker werden maar ook dat gezondheidsproblemen als diabetes, reumatische artritis, kanker en cardiovasculaire problemen hand over hand toenamen. Maar waar kwam die prachtige theorie eigenlijk vandaan? Van een zekere dr. Ancel Keys die – om het zomaar eens uit te drukken – met zijn onderzoeksresultaten creatief had gerommeld, waardoor de consumptie van verzadigd vet werd gedemoniseerd en zowel de medische als de voedingswereld op het verkeerde been werden gezet. Aan die vethypothese werd ogenblikkelijk een andere theorie gekoppeld, namelijk dat naast het verzadigde vet de oorzaak van cardiovasculaire problemen ook gezocht moet worden in een hoog cholesterolgehalte….
Cholesterol, de boosdoener?
Op basis van uitgebreid literatuuronderzoek schreef ik in 2010 dat deze hypothese niet waar kan zijn. Mijn argumenten voor deze stelling kunt u op deze site lezen in het artikel “About Good and Bad Guys”. Want als cholesterol al de behoefte heeft om aderen te verstoppen, dan is dat uitsluitend en alleen om beschadigde vaatwanden te repareren. En waardoor raken die vaatwanden beschadigd? Door een ontstekingsreactie als fysiologische respons op een overdaad aan suikerrijke voedingsmiddelen. Dit besef wint kennelijk terrein, want je kunt tegenwoordig geen krant of tijdschrift openslaan of je krijgt een waarschuwing voor producten met verborgen suikers, aangeduid als “de nieuwe nicotine”. Geen overdreven benaming volgens mij. Nou kun je met alle geweld proberen om met behulp van cholesterolverlagende medicijnen en kunstbotertjes het cholesterol in je bloed te verlagen, maar daarmee los je de oorzaak van het probleem niet op. De oplossing is veeleer gelegen in een radicaal andere manier van eten:door in plaats van geraffineerde koolhydraten en suikerrijke voedingsmiddelen te verorberen een ruim gebruik te maken van fruit, groente, volle graanproducten, olijven, vis, noten en zaden, kortom voeding te consumeren die ontstekingsremmend werkt. Bij een dergelijk voedingspatroon heeft de lever er niet de minste behoefte aan meer dan normale hoeveelheden cholesterol te produceren.
Maar hoewel inmiddels meer dan 100 wetenschappers en artsen zich hebben verenigd in The International Network of Cholesterol Skeptics – www.thincs.org om de onjuistheid van de cholesterolhypothese aan te tonen, laat deze “pracht theorie”zich niet zomaar om zeep helpen. Door commerciële belangen gedreven hebben vertegenwoordigers van Food en Farma er voor gezorgd dat de cholesteroltheorie een taai leven is beschoren. Een lelijk feit dat bijna elke patiënt na een doorgemaakt hartinfarct kan beamen als hij met zijn receptenbriefje de spreekkamer van de dokter verlaat……
Homocysteïne, een lelijk feit !
Nieuw onderzoek wijst uit dat homocysteïne wel eens een veel groter risico voor cardiovasculaire problemen vormt dan cholesterol. Homocysteïne is een niet-essentieel aminozuur dat in het lichaam aangemaakt kan worden uit methionine. Dat proces vindt plaats met behulp van enzymen. Bij dat omzettingsproces kan iets fout gaan waardoor het homocysteïne-gehalte in het bloed te hoog wordt – hyperhomocysteïnemie genaamd. Dit kan o.a. ontstaan door tekorten aan vitamine B6, foliumzuur en B12. Die vervullen namelijk een functie als co-enzym bij de afbraak van methionine. Homocysteïne wordt in verhoogde concentratie bij patiënten gevonden die een beroerte of ander cardiovasculair accident hebben (doorgemaakt). In 1969 werd homocysteïne voor het eerst als boosdoener ontmaskerd, toen bij reeds gestorven patiënten met ernstige vormen van arteriosclerose ongewoon hoge concentraties van dit aminozuur werden gevonden. De overledenen vertoonden tevens ernstige beschadigingen aan de vaatwanden, maar die werden toen nog niet in verband gebracht met hyperhomocysteïnemie. De zaak raakte vervolgens in het vergeetboek. Later in 1995 bevestigde een review van 27 studies door de Universiteit van Washington dat een (te) hoge bloedconcentratie homocysteïne een duidelijk voorspellende factor voor cardiovasculaire problemen was. De US Framingham Heart studie, feitelijk het grootste onderzoek dat ooit op dit terrein heeft plaatsgevonden, liet zien dat hoe hoger het homocysteïnegehalte in het bloed, des te groter het risico op vernauwde halsslagaders ( stenose). In 2009 werd door wetenschappers als bewezen geacht dat homocysteïne een interactie aangaat met cholesterol en triglyceriden waardoor homocysteïne een substantieel risico vormt op hart en vaatziekten, zelf als iemands cholesterol normaal of zelfs laag is. Het lijkt er dus op dat een hoog homocysteïnegehalte in het bloed geen “prachtige theorie” maar een “lelijk feit” is. Om daarom het risico op hart en vaatproblemen zo laag mogelijk te houden is het verstandig om dagelijks voldoende – bij voorkeur biologische verbouwde – groene bladgroenten, volkoren granen, fruit, noten en eventueel (biologisch)vlees en zuivel te consumeren. En wie toch nog twijfelt: hij/zij gebruike orthomoleculair vervaardigde foliumzuur/folaat en B-vitaminesupplementen!
Referenties:
British Medical Journal Open Heart, 2014; 1 : e000032
Ann Intern Med, 2014 ;160:398-406
Am J Pathol , 1969; 56:111-28
JAMA, 1995; 274: 1049-57
N Engl J Med, 1995;332:286-91
Eur J Cardiovasc Prev Rehabil, 2009 ; 16:150-5
Delen.
Geef een reactie