Niet alleen Nederland, maar ook 23 andere Europese landen willen het aanbod van voedingsmiddelen gezonder maken door het verminderen van zout, verzadigd vet, suiker en calorieën. Dat is de uitkomst van een conferentie die op 22 februari j.l. in Amsterdam is gehouden in het kader van het Nederlandse voorzitterschap van de Europese Unie. Het akkoord betreft een betere samenwerking van zowel overheid, als voedingsindustrie en patiënten-en consumentenorganisaties. Maar aangezien minister Edith Schippers van Volksgezondheid, Welzijn en Sport zo`n 2 jaar geleden ook al een akkoord met het bedrijfsleven heeft getekend om de samenstelling van levensmiddelen te verbeteren en ik – en vele anderen – bij mijn dagelijks bezoek aan de supermarkt van de uitwerking van dat verdrag nauwelijks iets gemerkt heb, stemt een dergelijke berichtgeving mij geenszins positief. De Consumentenbond vond dat akkoord destijds dan ook “gatenkaas”, omdat vrijblijvende regulering op het gebied van voedingsverbetering tot nu toe niets heeft opgeleverd.
Frankenfood
Als mijn lieve grootmoeder nu geleefd had, dan zou het arme mensje bij het betreden van een supermarkt volledig gedesoriënteerd zijn geraakt. Verdwaald tussen al die doosjes, blikjes, kartonnetjes,plastic bakjes,potjes en flessen zou ze vertwijfeld aan iemand van het winkelpersoneel hebben gevraagd “of men hier ook voedsel verkoopt”. Met een weids gebaar naar al die aantrekkelijk gekleurde verpakkingen zou een vriendelijke vakken vullende scholier dan tegen haar zeggen:: “kijk eens mevrouwtje, zoveel u maar wilt !”. En als oma dan een poging zou doen om zich in het bezit te stellen van al dat lekkers, dan zou ze – bij het lezen van de etiketten- opnieuw verdwalen maar dan in een woud van E-nummers en termen als monosodiumglutamaat, butylhydroxyanolol, benzoëzuur, linolzuur, aspartaam, en gehydrogeneerde oliën. Want de meeste voedingsproducten in de supermarkt komen niet uit de keuken, maar uit de laboratoria van de levensmiddelenindustrie. Het is Frankenfood. Blikvoer, vleeswaren, kant-en-klaarmaaltijden, margarines, zuivelproducten, sauzen, soepen, koekjes en kruidenzakjes hebben niets met kookkunst, maar alles met chemie te maken. Goedkope bulkmassa van soja, maïs, tarwe en melk wordt soms tot op het molecuul ontleed en met zelfontworpen chemicaliën tot nieuwe voedingsproducten versleuteld. Deze bedenkelijke reageerbuisproducten worden gepatenteerd en onder een pakkende naam op de markt gebracht met als doel zoveel mogelijk geld te verdienen. Who says? Ralph Moorman, levensmiddelentechnoloog, bevlogen spreker, succesvol auteur en docent en gezondheidscoach van het door hem ontwikkelde hormoonfactorprogramma.
Kaf van koren scheiden
Volgens Ralph – en een groeiend aantal artsen, wetenschappers en voedingskundigen – kun je bij het levenslang consumeren van dit laboratoriumvoer onmogelijk gezond blijven. Maar vanuit de 21ste eeuw terugreizen naar het verleden om weer zo te leven en te eten als onze voorouders deden – die overigens niets wisten van obesitas, diabetes, hart en vaatziekten en kanker – is nu eenmaal onmogelijk. Om tijdens het winkelen het kaf van het koren te scheiden en er voor te zorgen dat niet de overheid en de voedingsindustrie ons lot bepalen heeft Moorman een uiterst handzaam werkje geschreven, De Boodschappencoach. Overzichtelijk en prettig geschreven leidt Ralph ons door het woud van voedingsmiddelen en geeft aan wat in de supermarkt het kopen waard is en wat je beter kunt laten liggen. Vruchtendrank waar nauwelijks een vrucht aan te pas is gekomen, lightproducten waar je dik van wordt, zonnebloemolie in plastic flessen die giftige chemicaliën afgeven, saus vol schadelijke toevoegingen, fruit met restjes pesticiden, de supermarkt ligt vol levensmiddelen die je gezondheid kunnen schaden. Gelukkig is er in die supermarkt ook gezonde, schone en eerlijke voeding in de schappen te vinden. Ralph Moorman vertelt hoe je producten van goede kwaliteit tussen al het ongezonde fabrieksvoedsel kunt herkennen. De gids is verdeeld in 25 verschillende productgroepen, zoals “snoepen”, “broodbeleg”, “sauzen”, en “groente”, enz., enz. Binnen elke productgroep zijn de gezondste producten geselecteerd en van een korte toelichting voorzien. Zo kun je in één oogopslag zien wat je het beste kunt kopen. En dat hoeft echt niet altijd biologisch te zijn. Bovendien vind je algemene achtergrondinformatie over de productiewijze en gezondheidseffecten van de betreffende levensmiddelen. Als er nadelen aan een product verbonden zijn, kun je aan de er naast geplaatste icoontjes zien om welke nadelen het gaat, zoals “vergroot de kans op insulineresistentie” of “bevat ongezonde vetten” of “kan overgevoeligheid of intolerantie veroorzaken.” De eerste druk van dit praktische gidsje in zakformaat verscheen in 2013. Deze maand verscheen een geheel bijgewerkte en herziene 10 de druk. En dat verbaasd mij niets, het is een absolute aanrader, ja een “verrukkelijk”werkje om bij elk bezoek aan de supermarkt mee te nemen!
Links: Hormoonbalans
“light”, gewogen en te licht bevonden
Delen.
Geef een reactie