Vitamine E bij diabetes of juist niet?

In India deed men een vergelijkend onderzoek naar het effect van vitamine E, omega-3 vetzuren uit vis en alfa-liponzuur bij diabetes. De 100 proefpersonen leden al enkele jaren aan diabetes type 2, gebruikten hiervoor medicatie (metformine en glimepiride maar geen insuline) en vertoonden ook andere symptomen van het metabool syndroom. Zij werden in vier groepen verdeeld. Groep 1 kreeg 300 mg alfa-liponzuur per dag, groep 2 1800 mg EPA/DHA omega-3, groep 3 400 mg vitamine E  en groep 4 was de placebogroep. In de loop van het drie maanden durend onderzoek werden allerlei metingen gedaan. Hieruit bleek dat alle drie de supplementen een bijzonder gunstige invloed hadden op diverse parameters zoals het overgewicht (BMI), het bloedsuikergehalte, het geglyceerd hemoglobinegehalte (HbA1c) en het cholesterolgehalte. De  vitamine E en de EPA/DHA visoliecapsules waren over het algemeen wat effectiever dan de liponzuur. Zo daalde de BMI alleen in de omega-3 en vitamine E groepen; was de daling van het cholesterol in de vitamine E groep het sterkst en de daling van het HbA1c gehalte in de omega-3 groep.

Haptoglobine

Een belangrijk voordeel van de verbetering van bovengenoemde metabole factoren is dat dit het risico op een hartaanval en andere cardiovasculaire aandoeningen zou moeten verlagen. Vitamine E heeft in de gebruikte dosering van 400 mg per dag echter momenteel niet zo’n goede naam meer wat dat betreft. Uit langdurige onderzoeken van enkele jaren terug, zoals de HOPE Trial, bleek dat o.a. diabetici per saldo geen baat hadden bij extra vitamine E.  Er zijn in het verleden diverse mogelijke verklaringen voor de tegenstrijdige resultaten met vitamine E geopperd. Wetenschappers uit o.a. Israël zijn de afgelopen jaren met gegevens gekomen waaruit blijkt dat genetische verschillen de paradoxale resultaten met vitamine E zouden kunnen verklaren.

Haptoglobine (Hp) is een eiwit dat in het bloed overtollig – vrij – hemoglobine bindt waarna het kan worden uitgescheiden. Dit ijzer bevattend hemoglobine kan, als deze binding aan Hp onvoldoende plaatsvindt,  in sterke mate oxidatieve stress veroorzaken. Er bestaan 3 types Hp.  In Westerse landen heeft naar schatting 16% van de bevolking Hp 1-1. de meest effectieve variant; 48% heeft HP 2-1, de tussenvorm en 36% Hp 2-2. Bij deze laatste variant kan bij veel vrije hemoglobine, zoals bij diabetes, overmatige oxidatieve stress ontstaan. In Oosterse landen komt Hp 2-2 vaker voor1.  Onder diabetici komt ongeveer even vaak Hp 2-2 voor als bij gezonde mensen maar diabetici met Hp 2-2 hebben aanzienlijk meer risico op cardiovasculaire aandoeningen en andere complicaties. Men moet hierbij denken aan een meervoudig verhoogd en niet percentueel verhoogd risico.

In 2008 verscheen een belangrijk Israëlisch onderzoek. Deelnemers waren 1435 diabetici type 2 van 55 jaar en ouder die allen tot het Hp genotype 2-2 behoorden. De helft kreeg 400 IE natuurlijke vitamine E per dag, de andere helft een placebo. Na anderhalf jaar vergeleek men het aantal hartaanvallen, beroertes en de sterfte aan cardiovasculaire aandoeningen. Het bleek dat deze gebeurtenissen meer dan twee maal zo veel voor kwamen in de placebogroep.  Uit ethische overwegingen- het was de bedoeling geweest om het onderzoek veel langer te laten duren- werd de studie gestopt zodat mensen in de placebogroep ook de vitamine E konden krijgen.

Hierna verschenen diverse studies waarbij men met behulp van het opgeslagen bloed het Hp genotype van de deelnemers van eerdere studies bepaalden. In de eerder genoemde HOPE Trial was er na 4,5 jaar geen  verschil tussen de vitamine E groep en de placebogroep maar als alleen mensen met  Hp 2-2 werden beschouwd bleek de vitamine E te hebben gezorgd voor een 30% vermindering van het aantal hartaanvallen, beroertes en sterfte . Uit deze gegevens blijkt ook dat vitamine E bij diabetici met Hp  type 1-1 een nadelig effect heeft.

Diverse soortgelijke analyses komen met soortgelijke cijfers. In de onderzoeken waarbij ook hoge doses vitamine C werden gegeven zijn de resultaten echter omgekeerd: bij diabetici met Hp 2-2 hebben hoge doses vitamine C een nadelig effect en bij diabetici met Hp 1-1 heeft extra vitamine C een positief effect. Dit lijkt te maken te hebben met het ijzermetabolisme.

Diabetici die er voor kiezen te suppleren met extra vitamine E of C zouden dus liefst hun Hp genotype moeten kennen. Bij gebrek daaraan dient men in ieder geval de glucose-,  HbA1c en cholesterolgehaltes in de gaten te houden om te zien of de suppletie een positief dan wel een negatief effect heeft.

1) Het bijzonder positieve effect van vitamine E in eerstgenoemde Indiase studie zou er op kunnen wijzen dat veel mensen tot het Hp 2-2 genotype behoorden.

J Clin Diagn Res. 2012 November; 6(9): 1469–1473.
Pharmacogenomics. 2010 May; 11(5): 675–684. 
Arteriosclerosis, Thrombosis, and Vascular Biology. 2008; 28: 341-347

J Cardiovasc Transl Res. 2012 August; 5(4): 423–435

Delen.

3 gedachten aan “Vitamine E bij diabetes of juist niet?”

  1. Comment: Naar aanleiding van uw voortrefelijke artikel over vit. E en diabetes ,wil ik U graag een positieve bijwerking melden van R-alfa-liponzuur .Voor de prikkelingen en zenuwpijnen ben ik als diabeticus sinds 2005 (type 2A) dit middel gaan gebruiken 200mg /d begin dec 2014 daartoe aangezet door een bloedsuiker bericht. Niet slechts gaf dat directe verbetering van de pijn klachten in Nerv peroneus li en minder tintelingen; maar bij bloedsuiker tensie en pols controle begin Januari bleek ook de sedert 5 jaar bestaande onregelmatinge pols (tgv extra systolen ) zowel in rust als bij inspanning verdwenen. Mijn iets te lage Hb herstelde zich ook . Omdat e.e.a mijnsinziens duidt op een opheffen van een deficientie vroeg ik mij af of u gegevens heeft die er op wijzen dat R-alfa- liponzuur synthese (net zo als Q 10) onvoldoende de synthetiseerd kan worden bij statine gebruik ? Ik gebruikte uiteraard al jaren 40 mg simvastatine,met als adjuvans 100mg Q 10/d.
    Bijvoorbaat hart dankend voor U meedenken,J.W van Dalfsen Gepensioneerd K & J psychiater

  2. Interessante vraag.
    Hoe groot de lichaamseigen aanmaak van alfa liponzuur is, is voor zover ik weet, niet bekend. Aangenomen wordt dat deze vermindert bij het ouder worden en ook bij diabetes is verlaagd. Daarom is het lang niet zeker dat het statinegebruik hier iets mee van doen heeft. Vanwege de rol die liponzuur heeft in de aanmaak van GLUT4 dat een rol speelt in de energievoorziening en van PGC1 alfa dat meer mitochondriën aanmaakt, waardoor de cellen ook beter gaan functioneren, zijn bij een aanvulling van een tekort inderdaad meerdere gunstige effecten te verwachten. Interessant dat u een gunstig effect rapporteerd op de hartslag. ik heb het even nagezocht en dit wordt ook bij één van de onderzoeken met liponzuur bij neuropathie gemeld.
    Overigens wordt momenteel gedacht dat liponzuur in het lichaam niet direct functioneert als antioxidant maar aanzet tot een verhoogde lichaamseigen aanmaak van antioxidanten

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.