Inderdaad, geen pakkende titel. Maar ” Indiana Jones en het mysterie van de aangetaste gebitten” vond ik te lang. En : “Over een tandarts die verder keek dan zijn neus lang was” is wel spannend maar ook niet kort genoeg. Dan maar de wat academisch luidende titel “Voeding en fysieke degeneratie”. En daar moet u het dan mee doen. Maar lange of korte titels ten spijt, ze dekken alle drie wel de lading van mijn verhaal. En ook al houdt u niet van tandartsen- wie wel trouwens, ik hoop in elk geval dat u de inhoud spannend genoeg vindt om het helemaal uit te lezen.
Er was eens een tandarts…
Dr. Weston A. Price was een Amerikaanse tandarts-kaakchirurg die in de 30er jaren van de vorige eeuw zijn praktijk tijdelijk liet voor wat het was. Bijna 10 jaar lang reisde hij samen met zijn vrouw Florence de wereld rond – als een soort Indiana Jones in propellorvliegtuigen, op stoomschepen, in kano’s, in auto’s en te voet – op zoek naar het geheim van gezonde tanden en kiezen en een goede gezondheid. Deze zeer gerespecteerde tandheelkundige wetenschapper koos er voor zich te richten op mensen die heel dicht bij de natuur leefden:wat was hun geheim? Op zijn zoektocht reisde hij naar zo’n 14 landen en 5 continenten en bezocht enkele van de meest afgelegen gebieden ter wereld. Hij kwam terecht bij geïsoleerde dorpen in Zwitserland, bij de Kelten in de Buitenste en Binnenste Hebriden, de Eskimo’s van Alaska, de Indianen in het verre noorden, westen en midden van Canada, de Melanesiërs en Polynesiërs op acht eilandengroepen in de Stille Zuidzee, stammen in Oost en Centraal- Afrika, de Aboriginals in Australië, Maleisische stammen op eilanden ten noorden van Australië, de Nieuw-Zeelandse Maori’s en de oude beschavingen en hun afstammelingen in Peru. Hij zag perfecte tandbogen, weinig of geen tandbederf, een hoge weerstand tegen ziektes en een blakende gezondheid bij mensen die inheemse voeding aten.
Ontdekkingen
Dr. Price kwam erachter dat bij deze mensen, als zij in aanraking kwamen met modern voedsel zoals witmeel en ander geraffineerd voedsel waar niks inzit, zich al snel ernstige vormen van verval voordeden: cariës, misvormde kaakstructuren, scheve tanden en kiezen, artritis en een lage weerstand tegen infectieziekten. De studies van dr. Price leverden onomstotelijk bewijs voor het feit dat tandbederf hoofdzakelijk het gevolg is van voedingstekorten en dat dezelfde factoren die tandbederf in de hand werken ook andere ziekten bevorderen. Price vond 14 inheemse voedingspatronen die, hoewel extreem verschillend van elkaar, nagenoeg volledige immuniteit voor tandbederf en weerstand tegen ziekten boden. In het Zwitserse Lötschental bijvoorbeeld, waarvan de bewoners 80 jaar geleden nog nauwelijks in aanraking waren gekomen met de beschaving,trof Price een gemeenschap van zo’n 2000 zielen aan. Ze hadden geen tandarts en geen huisarts, want er was eenvoudig geen behoefte aan. De voeding van de mensen, vooral die van jongens en meisjes in de groei, bestond grotendeels uit een snee puur roggebrood en een stuk van de in de zomer vervaardigde kaas, met daarbij verse [rauwe] melk van geiten of koeien. Ongeveer één keer in de week at men vlees. Het brood was uitsluitend zuurdesembrood. Zuurdesem heeft een natuurlijke gisting op basis van meerdere gistculturen. Hij reisde ook naar het eiland Lewis – onderdeel van de Buitenste Hebriden, een groep eilanden buiten de noord -westkust van Schotland- waar afstammelingen wonen van het oorspronkelijke Keltische volk en Gaelic ( Keltisch) de enige taal is die een groot percentage spreekt. Hun basisvoedsel bestaat uit vis en haverproducten met een beetje gerst. Doordat het aan de zee ligt is er een overvloed aan kleine zeedieren, waaronder kreeften, krabben, mosselen en oesters. Een belangrijk en zeer geliefd gerecht is kabeljauwkop gevuld met gesneden kabeljauwlever en havervlokken. Rijke bronnen van onmisbare mineralen en vitaminen. Voor dr. Price was het verbijsterend om te zien dat jonge mensen met een oersterk gebit, als zij naar het vaste land verhuisden- en hun oorspronkelijk voedingspatroon verlieten, door gebak, witbrood, marmelade, gezoete vruchtensappen, jam en allerlei snoepgoed te eten in no-time cariës ontwikkelden.
Zeehondenolie
Dezelfde situatie trof dr. Price aan bij de Eskimo’s van Alaska. Ondanks het toen nog zeer onherbergzame deel van de wereld waarin zij verbleven, met negen of tien maanden winter en slechts twee of drie zomermaanden, en ondanks de afwezigheid van plantaardige voedingsmiddelen, zuivelproducten en eieren, waren de Eskimo’s in staat hun lichaam te voorzien van alle benodigde mineralen en vitamines uit zeedieren, geconserveerde groenten en planten uit zee. Tijdens het zalmseizoen bewaren zij grote hoeveelheden gedroogde zalm. Ze zijn ook experts in het vangen met hun speer van zeehonden. Zeehondenolie maakt een belangrijk onderdeel uit van hun voeding. Telkens als er bij de maaltijd een stukje vis werd afgebroken, werd het gedoopt in zeehondenolie.. Dr Price kreeg wat zeehondenolie om mee te nemen naar zijn laboratorium voor analyse. Daaruit bleek dat dit voedingsmiddel één van de hoogste gehaltes aan vitamine A bevat. Verder bestond het menu uit kariboe, gemalen noten, zeewier dat in het seizoen wordt verzameld en bewaard voor consumptie in de winter, schapenzuring geconserveerd in zeehondenolie en bepaalde hoeveelheden bevroren vis. Een andere belangrijke voedselbron wordt gevormd door organen van de grote zeedieren, waaronder bepaalde huidlagen van een walvissoort die bijzonder veel vitamine C bevat. Maar ook hier zag Price een categorie Eskimo’s die, aangetrokken tot een meer westerse levensstijl, een langzaam verval van lijf en gebit vertoonden.
Indianenverhalen
Toen Weston Price een bezoek bracht aan de Noord -Amerikaanse Indianen vroeg hij met behulp van een tolk aan een oude Indiaan waarom bijna niemand een gebrek aan vitamine C vertoonde. Hij nam dr. Price bij de hand en leidde hem naar een boomstronk, waar ze beide op gingen zitten. Vervolgens vertelde hij dat als een Indiaan een eland doodt hij hem opensnijdt. Aan de achterkant van de eland, net boven de nieren, bevinden zich wat hij omschreef, als twee vette balletjes. Die worden verwijderd en in zoveel mogelijk stukjes gesneden en verdeeld over het aantal aanwezige gezinsleden.Ieder krijgt dan zijn deel. Ze aten ook de wanden van de tweede maag. Door het eten daarvan bleef de Indianen ziekten bespaard die worden veroorzaakt door vitamine C- gebrek. De Indianen verkregen hun vitamine C dus uit de bijnieren en andere organen. De moderne wetenschap weet inmiddels dat de bijnieren de rijkste bron van vitamine C zijn van alle dierlijke weefsels en dat voldoende vitamine C o.a.verband houdt met gezonde tanden en kiezen. De staat van het gebit en de vorm van de tandbogen en het gezicht waren bij de Indianen dan ook voortreffelijk. Bij verschillende onderzochte groepen was er zelfs geen enkele tand of kies te vinden die ooit was aangetast door tandbederf. In een onderzoek bij 78 personen, met een gezamelijke hoeveelheid van 2464 tanden en kiezen, werden slechts vier tanden of kiezen gevonden die ooit waren aangetast door cariës. Maar naarmate de Indianen terugkeerden naar de “beschaving’ sloeg de cariës onverbiddelijk toe…..
Lichaamsbeweging
Dat een goede gezondheid rust op twee pijlers namelijk vitamine en mineraalrijk voedsel en lichaamsbeweging zag Weston Price bij de Maori’s van Nieuw-Zeeland.
Slechts weinig natuurlijk levende volken hebben lichaamsbeweging tot zo’n hoog peil ontwikkeld als de zij. Als het dorpshoofd ’s morgens vroeg opstaat begint hij een lied te zingen dat gepaard gaat met een ritmische dans. Dit vindt navolging, niet alleen bij zijn gezinsleden, maar bij iedereen in de aangrenzende huishoudens, totdat het hele dorp zich gelijktijdig in hetzelfde tempo heen en weer beweegt. Dit heeft een opmerkelijk gunstig effect niet alleen op het ontwikkelen van een diepe ademhaling, maar ook op de spierontwikkeling van het lichaam, met name van de buikstreek, wat tot gevolg heeft dat deze mensen tot zeer hoge leeftijd een uitmuntend uiterlijk behouden. De Maori’s hebben kennis van de wetten van de natuur opgebouwd, en leven er in harmonie mee. Zij volbrengen dit hoofdzakelijk door middel van gezonde voeding en lichaamsbeweging.. Maar ook hier zag Price 80 jaar geleden al dat de tand van de moderne “beschaving” stevig begon te knagen aan de eeuwenoude verworvenheden van dit prachtige volk wanneer ze overgingen tot moderne eet en leefgewoonten.
Price’s conclusie
Dat is deze: het huidige commerciële geraffineerde en van vrijwel alle belangrijke nutriënten beroofd voedsel is de pest voor de mens. Hij zag dat zo’n 80 jaar geleden al, en die conclusie is tot op onze tijd helaas ongewijzigd gebleven. Dr.Price:
“Aangezien de mens zich in het laboratorium van de natuur heeft ontwikkeld om aansluiting te krijgen bij de voedingsmiddelen van de natuur lopen wij een groot risico wanneer wij op ingrijpende wijze deze voedingsmiddelen veranderen. Het zogeheten “volle” tarwebrood van bakkers laat zich niet vergelijken met natuurlijke voedingsmiddelen die de volledige tarwekorrel en andere granen bevatten, omdat er stoffen uit de tarwe zijn verwijderd, ofwel op mechanische wijze, ofwel door oxidatie. Het is niet nodig de voedingsgewoontes over te nemen van welk volk dan ook. Het is alleen maar van belang dat onze voeding toereikend is op soortgelijke manier als de primitieve voeding. Mijn studies van veertien volkeren in diverse stadia van modernisering, in combinatie met onze inzichten in de rol die voeding speelt bij het gedrag van mens en dier, helpen ons een beeld te krijgen van wat er in onze moderne samenleving gebeurt. Het is uiterst belangrijk om te zien dat vele primitief levende volkeren uiterst succesvol zijn, terwijl onze moderne beschaving hopeloos faalt. De mens die dicht bij de natuur leeft heeft generaties lang een voortreffelijk lichaam weten te behouden, terwijl de moderne mens zijn lichaam voortijdig verwoest door middel van degeneratieve ziekten. Wij hebben onze wetenschappelijke kennis voornamelijk gebruikt om natuurlijke voedingsmiddelen te veranderen en hebben ons daarmee niet gehouden aan de natuurlijke wetten over groei en gezondheid. De inheemsen werken samen met de natuur, wij doen het tegenovergestelde”
Zijn boek, geïllustreerd met honderden foto’s is onlangs in Nederlandse vertaling verschenen. Het is een schokkend en indrukwekkend werk over de negatieve gevolgen voor de gezondheid van moderne bewerkte voeding. Een absolute aanrader voor tandartsen, mondhygiënisten en orthodontisten die verder willen kijken dan hun neus lang is, en natuurlijk voor een ieder die geïnteresseerd is in het behoud van zijn of haar gezondheid. En daar horen ook artsen en voedingskundigen bij.
Voeding en fysieke degeneratie, het basisboek over voeding en het voorkomen van ziekten door dr. Weston A. Price, 2012, [ www.succesboeken.nl]
Delen.
Ook dit artikel is weer heel interessant en bewijst maar weer hoe we afgegleden zijn en ons door industrie en industrieel voedsel laten leiden/lijden.
Back to Basic gaat nog steeds op.
Chris van Haasteren, fysiotherapeut
Het wordt ons meer en meer duidelijk gemaakt, dat als we onze gezondheid terug willen krijgen, we toch echt bewust moeten worden van wat we eten.
Dit boek ligt nog inde kast te wachten om door mij gelezen te worden. Ik kan er niet mee wachten, maar ben op dit moment nog een heel interessant boek aan het lezen van dezelfde uitgever “Het verzwegen verhaal over kanker”. Gaat ook over het eten van goede voeding om zo kanker te voorkomen.
Lieve groet en veel gezondheid! Kitty.
Kitty, om het eerlijk te zeggen vinden we het boek van Peskin en de auteur nogal onbetrouwbaar. Het staat vol halve waarheden waar de lezer makkelijk door in verwarring gebracht kan worden. Peskin, die zichzelf maar “professor” heeft genoemd, lijkt niet zozeer te waarheid te willen achterhalen maar opzien te baren. Bij Weston Price is het tegenovergestelde het geval.