Geen namen om vrolijk van te worden. Ze herinneren ons aan onnoemelijk menselijk leed, gigantische economische schade, en rampzalige aanslagen op het milieu. Harrisburg, 28 maart 1979. In de kernreactor van Three Mile Island in de staat Pennsylvania in de Verenigde Staten vindt het ernstigste kernongeluk tot dan toe plaats. Er komt een aanzienlijke hoeveelheid radioactief gas in de atmosfeer, waarbij duizenden mensen gedwongen worden te evacueren. Tsjernobyl, 26 april l986. Niet ver van de grens met Wit-Rusland in het noorden van Oekraïne ontploft midden in de nacht een kernreactor; de meeste inwoners van Tsjernobyl slapen. Grote hoeveelheden radioactieve stoffen komen in de atmosfeer met ernstige gevolgen voor de volksgezondheid. Fukushima, 11 maart 2011. Bewoners van de kustplaats Sendai in Japan zien als gevolg van een tsunami bijna 14 meter hoge watergolven op zich afkomen. Daardoor komen de generatoren van een nabijgelegen kernreactor onder water te staan. De koeling op de accu’s stopt en er volgt een serie ongelukken waaronder explosies met waterstofgas. Radioactief zeewater verspreidt zich over een groot deel van Japan…
Nieuw onderzoek
Een ramp in een kernreactor is niet het enige probleem dat ons bedreigt. Nucleair afval dat per spoor of over de weg wordt vervoerd vormt evenzeer een risico. Ook in het dagelijks leven worden we regelmatig blootgesteld aan straling. Denk aan de scanapparatuur op luchthavens, medische procedures zoals mammografieën en CT-scans. Wat kunt u doen tegen dit soort “alledaagse” stralingsdreiging ? Onderzoekers van de University of Toronto zijn bezig met de ontwikkeling van een nieuw antioxidantencocktail die bescherming biedt tegen radioactieve straling. De onderzoekers testten de cocktail op zichzelf. Ze verzamelden bloedmonsters voor en na de inname van de antioxidanten en stelden deze monsters bloot aan radioactieve straling. Om DNA-schade vast te stellen als gevolg van de straling, markeerden ze een eiwit dat DNA repareert. Dit eiwit werd zichtbaar gemaakt onder een speciale microscoop. Na inname van de cocktail werd 30 tot 50% minder beschadigd DNA aangetroffen in de bloedmonsters. Dit bleek uit een lagere concentratie van het gemarkeerde eiwit. De cocktail voorkomt de vorming van vrije radicalen die ontstaan als gevolg van radioactieve straling. Vrije radicalen beschadigen het DNA en zijn verantwoordelijk voor het afsterven van cellen. De resultaten zijn nog prematuur, maar veelbelovend en de onderzoekers gaan een vervolgstudie uitvoeren bij 30 hartpatiënten. Hierbij wordt een vergelijking gemaakt van bloedmonsters van patiënten die wel en niet een CT-scan ondergaan.
Vitamine C
Uit een dierstudie blijkt dat vitamine C schade voorkomt aan het maagdarmstelsel als gevolg van radioactieve straling. Muizen werden volledig blootgesteld aan straling in oplopende dosering tot een maximum van 14 Gy. De eenheid gray (Gy) geeft de hoeveelheid geabsorbeerde, ioniserende [radioactieve] straling weer. Drie dagen voorafgaand aan de straling kregen de muizen dagelijks 150 mg per kilogram lichaamsgewicht vitamine C oraal toegediend. Tot een dosering van 12 Gy kon beenmergtransplantatie- wanneer deze binnen 24 uur plaatsvond- de muizen redden. De muizen waren niet in staat om een straling van 14 Gy te overleven vanwege schade in het maagdarmstelsel, tenzij ze vitamine C kregen toegediend. In combinatie met een beenmergtransplantatie was het in dat geval wel mogelijk een dergelijke dosering te weerstaan. Een beenmergtransplantatie alleen bleek onvoldoende. Vitamine C vermindert dus significant DNA-schade in de cryptcellen van de darm en voorkomt zo beschadiging van het darmslijmvlies. Preventieve toediening van vitamine C blijkt schade aan het maagdarmstelsel als gevolg van radioactieve straling te voorkomen. Uit DNA-onderzoek blijkt dat straling in de dunne darm leidt tot de expressie van genen die betrokken zijn bij celdood [apoptose]. Vitamine C gaat deze genexpressie tegen.
Twee manieren
Welke maatregelen kunnen we in redelijke mate treffen om zo min mogelijk schade op te lopen door straling , al is het maar als gevolg van de meer “alledaagse” straling zoals van een rontgenfoto of CT scan ? In afwachting van de uitkomst van het onderzoek van de University of Toronto –zie boven- is het in elk geval verstandig om de bestrijding van vrije radicalen als uitgangspunt te nemen. Twee manieren staan ons hiertoe ter beschikking. We kunnen ons lichaam mechanisch beschermen door directe blootstelling aan radioactieve stofdeeltjes te voorkomen: geen consumptie van radioactief besmet voedsel, het grondig wassen van de huid in geval van blootstelling, het binnenshuis blijven, dikke kleren aan etc. Deze methoden zijn erop gericht om het lichaam te beschermen tegen schadelijke invloed van buiten. Het belangrijkste is te voorkomen dat radioactief materiaal via inslikken of inhalatie in het lichaam terecht komen. Het geven van jodiumtabletten vlak voor of enkele uren na de opname van radioactief jodium voorkomt dat jodium-131 in de schildklier terecht komt.

De andere methode is er voor te zorgen dat het lichaam van te voren over voldoende antioxidanten beschikt. Een dierexperimenteel onderzoek uit 1959 door Harry Spector [Reduction of X-Radiation Mortality by Cabbage and Broccoli ] liet al zien dat straling ook kon worden tegengegaan door de dieren zowel vóór als na bestraling kool of broccoli te geven. Vooral broccoli bleek een significant hoog beschermend effect te hebben. De werking kan worden toegeschreven aan het aminozuur cysteïne in deze groente. Cysteïne is een vrije radicalenvanger en tevens een voedingsstof die [radioactieve] metalen kan wegvangen. Cysteïne is ook te vinden in eieren, uien en knoflook.
Ook voor vitamine A en betacaroteen is vastgesteld dat het de overlevingstijd van muizen verlengt na bestraling [E. Selfter et al, Morbidity and mortality reduction by supplemental vitamin A or betacarotene in CBA mice given total-body gamma-radiation-1984 ] Muizen met een tekort aan vitamine E bleken gevoeliger voor bestraling dan normale muizen. Al deze stoffen zijn antioxidanten en verhinderen de schadelijke werking van vrije radicalen op celstructuren, inclusief het genetisch materiaal. Andere antioxidanten zijn vitamine C, B1,B5,B6, glutathion [bevat cysteïne] , alfa-Liponzuur, bioflavonoïden, chroom, koper en zink.
Selenium
Naast superoxide dismutase dat bij oraal gebruik nauwelijks via de darm in het bloed terecht komt – wel in de vorm van het middel Glisodin – is ook het mineraal selenium van zeer groot belang bij de bestrijding van vrije radicalen als gevolg van straling. Beiden zijn op dit gebied eigenlijk “brothers in arms”. In 1964 kwam onderzoeker dr. Tappel tot de slotsom dat de beste bescherming tegen straling een molecule zou moeten zijn die gemakkelijk electronen en waterstofatomen vangt en weer vrijlaat, zonder zelf “ontmanteld” te worden.[Radiation Research 23:210-17] Deze wetenschapper is van mening dat zwavelaminozuren daar prima aan voldoen en dat seleniumbevattende aminozuren de krachtigste beschermers tegen straling zijn. En dat is dan ook precies wat zijn experimenten aantoonden. In 1969 werden zijn onderzoeksresultaten bevestigd door dr. G. Colombetti uit Pisa [Italië]. Dr. Robert Badiello van de Universiteit van Bologna [Italië[ en Dr. Martin Fielden van het Instituut voor Kankeronderzoek in Sutton [ U.K.] hebben de beschermende effecten van selenium verder onderzocht. [International Journal of Radiation Biology, 1970, 17 (1):1-14 ] In 1976 deed de Poolse geleerde dr. Julian Aleksandrowics, directeur van het Hematologisch Instituut voor Interne Geneeskunde van de Medische Academie van Krakau van zich horen door aan te tonen dat selenium een zeer krachtige bescherming biedt tegen gamma-stralen. [Prevention – august 1976] Hij stelde twee groepen van tien muizen aan bestraling bloot. Van de groep die vooraf selenium kregen overleden er acht. In de andere groep die het zonder seleniumsuppletie moesten doen bleef één muis nog twee weken in leven…..
Conclusie
Het komt er op neer dat zeer vele nutriënten een beschermende werking hebben, ook tegen straling. Tevens versterken ze het immuunsysteem. Van de afzonderlijke voedingsstoffen is niet altijd [dierexperimenteel] onderzoek voorhanden. Gezien de onderzoeken die wel op het gebied van de vrije radicalenpathologie, straling en de beschermende werking van voedingsstoffen zijn gedaan, mag verwacht worden dat op grond hiervan effectieve maatregelen kunnen worden genomen. De beste preventie tegen radioactiviteit is om te voorkomen dat zich in een vroeg stadium teveel vrije radicalen vormen. Dat betekent het gebruik van goede volwaardige, dus biologische voeding, aangevuld met hoogwaardige antioxidantenformules.
Gerelateerd: ”Een gewaarschuwd mens….
Literatuur:
Time Healthland, 29 maart 2011
Dr. T.Yamamoto et al, Journal of Radiation Research. [Tokyo] 2010;51 (2):145-56
Dr. G. Schuitemaker, Orthomoleculair nr. 3 (1986)
Dr. R. Passwater, Selenium as Food and Medicine, Connecticut, U.S.A. 1980
Delen.