Visolie bij prostaatkanker

Uit een fase 2 onderzoek bij mensen met een ernstige vorm van prostaatkanker blijkt dat extra visolie van enig nut kan zijn bij deze ziekte.
Bij de 55 mannen die meededen aan het onderzoek zou de prostaat operatief worden verwijderd. Vanaf vier tot zes weken voor de operatie kreeg de helft een aangepast dieet met minder omega-6 vetzuren zoals linolzuur en bovendien 5 visoliecapsules per dag. Hierdoor werd de omega-6:omega-3 ratio in de voeding 2:1. De anderen kregen een standaard westers dieet zonder de extra visolie. Bij hen was de verhouding omega-6:omega-3 ongeveer 15:1. Uit analyses van het bloed en – na de operatie – van het prostaatweefsel bleek dat diverse stoffen die verhoogd zijn bij kanker lager waren in de groep die de visolie en het aangepaste dieet hadden gekregen. De onderzoekers achten de gevonden resultaten veelbelovend genoeg om een groter onderzoek op te zetten waar 100 mensen met prostaatkanker aan mee gaan doen die gekozen hebben voor “watchful waiting”.

Het onderzoek was opgezet omdat uit diverse epidemiologische onderzoeken was gebleken dat mensen die veel vis eten een geringer risico lijken te hebben op prostaatkanker. Jaren geleden maakten we melding van één van deze onderzoeken.

In 1967 werd aan Zweedse mannelijke tweelingen van middelbare leeftijd en ouder een vragenlijst voorgelegd. O.a. werd gevraagd of ze zelden of nooit, af en toe, regelmatig of veel vis aten. Na 30 jaar werd van de 6272 mannen nagegaan wie er prostaatkanker hadden gekregen. Dit bleek bij 466 personen het geval van wie er 340 aan waren overleden. Degenen die zelden of nooit vis aten liepen twee tot drie keer meer risico om prostaatkanker te krijgen dan degenen die regelmatig vis aten (de grootste groep). De kans te sterven aan prostaatkanker was in de groep die zelden of nooit vis at zelfs 3,3 keer groter dan in de regelmatig visetende groep mannen. In de groep die aangegeven had af en toe vis te eten kwam 30% meer sterfte door prostaatkanker voor dan bij de regelmatige viseters. Deze cijfers zijn gecorrigeerd voor leeftijd, roken, lichaamsbeweging en andere voedingsgewoontes. Omdat het tweelingen betrof kon men ook bepalen dat genetische factoren geen invloed hebben op de beschermende werking van vis. Omdat in Zweden met name de vette vissoorten zalm, haring en makreel wordt gegeten en omdat bekend is dat EPA (eicosapantaeenzuur), één van de omega 3 vetzuren, tumorgroei bevorderende prostaglandines verlaagt, concluderen de onderzoekers dat de omega-3 vetzuren in vis bescherming bieden tegen prostaatkanker. (The Lancet, 2 juni 2001) Studies uit het archief

Vis bevat zeker ook andere voedingsstoffen dan omega-3 vetzuren die mogelijk bescherming bieden tegen prostaatkanker. Het is, afgezien van supplementen, ‘s-winters de belangrijkste bron van vitamine D en tevens een belangrijke bron van het mineraal selenium.

Cancer Prevention research

Zie ook over prostaatkanker:
Lycopeen;
Magnesium, calcium en prostaatkanker;
K tegen K,
Groene thee,
Supplementen tegen prostaat- en leverkanker;
Beschermt selenium tegen kanker?