Voeding en Gezondheid

Tag: Alzheimer Pagina 1 van 5

DHA met foliumzuur tegen achteruitgang van het denkvermogen

Zowel de omega-3 vetzuren als de B-vitamines zijn belangrijk voor het functioneren van de hersenen. Eerder hebben we gezien dat er een wisselwerking bestaat tussen de twee. Suppletie met omega-3 vetzuren (EPA en DHA) hebben alleen een duidelijk positief effect als er geen gebrek is aan B-vitamines en vice versa. Een nieuw onderzoek lijkt er op te wijzen dat de B-vitamine foliumzuur misschien wel de meest cruciale B-vitamine is wat dat betreft. Suppletie met DHA en foliumzuur had een opmerkelijk gunstig effect op het denkvermogen van een groep oudere mensen: hun IQ steeg daardoor.

Het betrof een onderzoek onder 240 mensen met MCI, milde achteruitgang van het denkvermogen.  Zij werden in 4 groepen verdeeld. Eén groep kreeg, gedurende 6 maanden, 800 mcg foliumzuur en 800 mg DHA per dag. Eén groep kreeg alleen de foliumzuur, één groep alleen de DHA en groep 4 was de placebogroep. Vooraf en na afloop werden testen uitgevoerd. De belangrijkste was een IQ test. Het resultaat ziet u in onderstaande tabel. Bij de tweede IQ test scoorden alle groepen beter dan de eerste keer. Voor een deel is dit een oefeneffect. De suppletiegroepen deden het beter dan de placebogroep. Alleen in de groep mensen die zowel de foliumzuur als de DHA hadden gekregen was de verbetering statistisch significant beter dan in de placebogroep.

Totaalprogramma tegen Alzheimer

©Hilde Vriens

Volgens een groep wetenschappers en artsen onder leiding van Dale Bredesen wordt Alzheimer veroorzaakt door een complex van oorzaken. Deze oorzaken zijn voor een deel metabole problemen, mede veroorzaakt door een ongezonde leefwijze – denk aan laaggradige ontstekingen, insulineresistentie, slechte werking van de mitochondriën – en deels door infecties door virussen en bacteriën. Ook kunnen  genetische factoren en vergiftigingen een rol spelen. We schreven in 2019 voor het eerst over zijn behandelwijze van Alzheimer. Nu zijn de resultaten gepubliceerd van 25 mensen met beginnende Alzheimer of MCI (milde achteruitgang van het denkvermogen, een mogelijk voorstadium van Alzheimer) die 9 maanden met het totaalprogramma zijn behandeld.

“Het doel was om de factoren te identificeren en aan te pakken die theoretisch en epidemiologisch (hoewel in sommige gevallen nog niet bewezen) geassocieerd zijn met aan de ziekte van Alzheimer gerelateerde cognitieve achteruitgang: de insulinegevoeligheid herstellen, hyperlipidemie verbeteren, ontsteking indien aanwezig oplossen (en de oorzaak(en) wegnemen van de ontsteking), behandel ziekteverwekkers, optimaliseren van energetische ondersteuning (zuurstofvoorziening, cerebrale doorbloeding, beschikbaarheid van ketonen en mitochondriale functie), optimaliseren van neurotrofe ondersteuning (hormonen, voedingsstoffen en neurotrofe factoren), behandelen van auto-immuniteitsproblemen indien geïdentificeerd en ontgiften indien toxines waren geïdentificeerd.”

Spirulina tegen Alzheimer

spirulinaVolgens een recent onderzoek uit Iran kan een bescheiden dosis spirulina van nut zijn bij Alzheimer. Om dat het de eerste humane studie is op dit gebied, houden we nog een slag om de arm.

Het betrof een onderzoek waar 60 mensen met de ziekte van Alzheimer aan meededen. De helft kreeg, gedurende 12 weken, 2 maal daags een tabletje spirulina van 500 mg en de andere 30 kregen placebotabletten. Vooraf en na afloop werd het denkvermogen getest d.m.v. de Mini Mental Scale examination. In de spirulinagroep was er gemiddeld een kleine verbetering – dit zou een oefeneffect kunnen zijn. De placebogroep scoorde slechter na de 12 weken.
Er werd ook bloedonderzoek gedaan. Het hs-CRP gehalte daalde door de spirulina. Dit duidt op een ontstekingsremmend effect. Ook verbeterde de suikerstofwisseling met een verbetering van de gevoeligheid voor insuline. Het nuchtere glucosegehalte was met gemiddeld 0,25 mmol/L gedaald in de spirulinagroep terwijl deze iets was gestegen in de placebogroep.

Biedt glucosamine bescherming tegen dementie?

Volgens een groot Engels bevolkingsonderzoek hebben gebruikers van het supplement glucosamine minder kans op dementie. Dergelijk onderzoek kan geen oorzaak en gevolg relaties bewijzen maar gezien de bijzondere grootte en kwaliteit van het onderzoek is de kans groot dat er meer aan de hand is dan een toevallige associatie.

Glucosamine wordt doorgaans gebruikt om artrose te verlichten. De laatste 15 jaar blijkt steeds uit onderzoek dat gebruikers goed scoren bij veel voorkomende ernstige aandoeningen. Zo krijgen ze minder vaak een hartaanval, minder longkanker en leven langer dan vergelijkbare niet-gebruikers. Ook is vastgesteld dat glucosamine een licht ontstekingsremmende werking heeft, een gunstige invloed kan hebben op het microbioom in de darmen en invloed heeft op de glucosestofwisseling waardoor het een klein beetje werkt als calorierestrictie. Daarom kwam men op de gedachte ook eens te kijken of er een verband is met dementie.

Lion’s mane (pruikzwam) en denkvermogen

©Hilde Vriens

De pruikzwam (Hericium erinaceus) is een schimmel waarvan  het vruchtlichaam een eetbare paddenstoel is. In China wordt het al lang als een geneeskrachtige paddenstoel gezien die o.a. voorgeschreven wordt voor spijsverteringsproblemen en ter versterking van het immuunsysteem. Momenteel staat pruikzwam – ook bekend onder de naam lion’s mane – in de belangstelling voor het behoud van het denkvermogen omdat het stoffen bevat die de aanmaak van neurotrofines, zoals BDNF en zenuwgroeifactor,  stimuleren. Er zijn inmiddels 3 onderzoeken uitgevoerd met extracten van de zwamvlokken, het vruchtbeginsel en de paddenstoel van de pruikzwam bij mensen die last hadden van achteruitgang van het denkvermogen. De eerste studie werd in 2009 gepubliceerd en vond in Japan plaats. De conclusie luidt:

Eiwit tegen dementie?

© membio at FreeDigitalPhotos.net

Een eiwitarm dieet zou mogelijk bij kunnen dragen aan het ontstaan van achteruitgang van het denkvermogen en dementie. Er bestaan aanwijzingen hiervoor die komen uit epidemiologische (bevolkings-) onderzoeken. Nu zijn de eerste dierproeven gepubliceerd die duidelijke verbeteringen op het gebied van cognitie lieten zien met toediening van een mengsel van aminozuren om dit eiwittekort op te heffen.

Bevolkingsonderzoeken

Een Amerikaans onderzoek uit 2012 liet zien dat bij een dieet met een hoog percentage koolhydraten er meer cognitieve achteruitgang of dementie werd geconstateerd dan bij een dieet met een hoog percentage vet of een hoog percentage proteïne. De 937 deelnemers, die bij aanvang tussen de 70 en 89 jaar oud waren en bij wie nog geen sprake was van milde cognitieve achteruitgang of dementie, werden ongeveer 3½ jaar gevolgd.  In dit onderzoek  leek een hoog vetgehalte nog meer bescherming te bieden (54% in de hoogste ‘vetgroep’) dan een hoog eiwitgehalte (21%).  Een hoog koolhydraatgehalte liet in dit onderzoek een 89% hoger risico zien op  het krijgen van de diagnose milde cognitieve stoornis of dementie.

Een Australisch onderzoek uit 2018 ging anders te werk. De 541 proefpersonen waren wat jonger, geestelijk gezond en hadden geen diabetes. Ook bij hen werd zo nauwkeurig mogelijk vastgesteld wat hun dieet was. Er werd vooral gekeken naar het proteïne- en vezelgehalte van de voeding. Bij iedereen werd het plasma amyloid-bètagehalte vastgesteld en bij een groot deel ook het gehalte van deze stof in de hersenen. Een hoog gehalte van deze stof wordt in verband gebracht met Alzheimer. Het bleek dat mensen met een eiwitrijk dieet veel lagere gehaltes hadden. Als de mensen in 3 groepen werden ingedeeld voor wat betreft de hoeveelheid eiwit in de voeding dan was de kans op een hoog amyloid bètagehalte 12 keer groter bij een laag eiwitgehalte t.o.v. een hoog eiwitgehalte. In de middengroep kwam een hoog amyloid-bètagehalte nog altijd 8 keer vaker voor dan in de hoog proteïnegroep.

1= laag, 2 = midden en 3 = hoog eiwitgehalte voeding

Dierproeven

Citicoline verbetert geheugen

Een recente studie met oudere volwassenen liet verbeteringen zien in het denkvermogen door suppletie met het cholinesupplement citicoline.

Cytidine 5-difosfocholine (citicoline) bestaat uit ribose, pyrofosfaat, cytosine en choline. Het is een endogeen (lichaamseigen) tussenproduct in de biosynthese van structurele membraanfosfolipiden en hersenacetylcholine. Het vormt onderdeel van het Bredesen protocol voor verbetering van het denkvermogen. Deelnemers waren 100 mensen bij wie op zijn minst enige achteruitgang van het denkvermogen was vastgesteld maar bij wie (nog) geen Alzheimer was geconstateerd. De gemiddelde leeftijd was 65 jaar. De helft kreeg gedurende 12 weken 500 mg citicoline per dag en de anderen een placebo. Vooraf en na afloop werden allerlei cognitieve tests gedaan die de kwaliteit van het geheugen en andere aspecten van het denkvermogen vaststelde. Op twee van deze testen scoorden de mensen die het supplement hadden gekregen beduidend beter dan de mensen uit de placebogroep.
De test uit figuur 2 beoordeelde diverse aspecten van het korte termijngeheugen.

“Composite memory” scores verbeterden sterker in de citicolinegroep. Het is overigens normaal dat mensen, als er geen veranderingen zijn opgetreden, de tweede keer iets beter scoren bij dergelijke testen omdat men het al eerder heeft gedaan.

Pagina 1 van 5

Copyright Adriaan Pruyssers