Onlangs baarde de publicatie van een Zweedse studie nogal wat opzien. Onderzoekers bleken een sterk verband gevonden te hebben tussen het drinken van melk en een verhoogde kans op voortijdig overlijden en op botbreuken. In diverse kranten en op websites verschenen commentaren van deskundigen die me na lezing nogal verbaasden. Zowel de voedingswetenschappers Katan en Seidell als de voorlichtingswebsite van Het Voedingscentrum bagatelliseerden de resultaten. Zo staat op de site van het Voedingscentrum, dat het drinken van melk juist aanbeveelt, te lezen dat dergelijk epidemiologisch onderzoek geen oorzaak en gevolg kan bewijzen en dat er andere onderzoeken zijn geweest die geen verband konden leggen tussen het drinken van melk en sterfte en het drinken van melk en een verhoogde kans op botbreuken.1 Opvallend is dat deze commentatoren één belangrijk element onvermeld laten. Het hogere sterfterisico bij vrouwen die minstens 3 glazen melk per dag gedronken hadden t.o.v. de consumptie van minder dan één glas melk per dag was maar liefst 93%. Een dergelijk onderzoek toont inderdaad slechts een correlatie aan, twee gebeurtenissen die gelijktijdig optreden, maar 93% is eenzelfde soort percentage dat je vind als je rokers met niet-rokers vergelijkt.
De 61 000 vrouwen waren 20 jaar gevolgd en de melkconsumptie werd twee keer vastgesteld. Men had bij een hoge melkconsumptie zowel meer risico gelopen te sterven aan kanker als aan hart- en vaatziekten. Vrouwen die minstens drie glazen melk per dag hadden gedronken hadden 60% meer risico gelopen op het breken van een heup en 16% op een breuk in het algemeen. Alle effecten waren dosisafhankelijk. Zo steeg het sterfterisico met 15% voor elk glas melk per dag. Bij het onderzoek onder 45 000 mannen waren de verschillen veel kleiner. Mogelijk omdat de mannen veel korter waren gevolgd en er minder een hogere leeftijd bereikten tijdens het onderzoek.
Kaas, kwark, karnemelk en yogurt, verhoogden het sterfterisico niet maar verlaagden deze juist. Voor elk dagelijkse portie gefermenteerd melkproduct daalde het sterfterisico bij de vrouwen met 10%-15%.
Lactose
De onderzoekers zien lactose als de schuldige. In het lichaam wordt lactose bij mensen die niet lactoseintolerant zijn, zoals de overgrote meerderheid van de Zweedse deelnemers, omgezet in glucose en galactose. Bij proefdieren heeft galactose een giftig effect. Het is een bron van oxidatieve stress, laaggradige ontstekingen en tast het immuunsysteem aan. Galactose zou ook bij kunnen dragen aan spierverlies bij ouderen, dat weer het risico op een breuk verhoogt. Gefermenteerde zuivel bevat veel minder lactose – dat geldt overigens niet voor alle soorten yogurt – en de aanwezige probiotica kan oxidatieve stress verminderen. Als lactose de schuldige is, wat overigens nog geen uitgemaakte zaak is, zou dit mede verklaren waarom in diverse soortgelijke eerdere onderzoeken geen verhoogde sterfte door melkproducten is vastgesteld. Vaak worden alle melkproducten bij elkaar genomen waardoor het negatieve effect van melk weggestreept wordt met het positieve effect van de andere zuivelproducten. Bovendien hebben mensen van Noord-Europese afkomst een ander lactosemetabolisme dan de meeste andere mensen waardoor de gevolgen in onderzoeken met een meer gemêleerde bevolking veel minder duidelijk kunnen zijn. Aangezien dit het eerste onderzoek is dat een dergelijk sterk negatief effect van melk heeft laten zien op de levensduur kunnen er uiteraard geen definitieve conclusies uit getrokken worden. Voorzichtigheid met een grote melkconsumptie lijkt echter wel op zijn plaats.
Sterke botten
Dit is zeker niet het eerste onderzoek dat een negatief effect van melk op het botstelsel liet zien. Kris Verburgh schreef hierover:
Amerikaanse vrouwen drinken dertig keer meer koemelk dan vrouwen in Nieuw-Guinea. Ondanks hun gigantische melkconsumptie hebben Amerikaanse vrouwen 47 keer meer kans op heupfracturen vergeleken met de vrouwen in Nieuw-Guinea. Andere onderzoeken bevestigen dat melk niet tegen botontkalking beschermt en dat het zelfs de kans op botontkalking verhoogt. Een studie waaraan 78 000 vrouwen deelnamen toonde aan dat vrouwen die twee of meer glazen melk per dag dronken 45% meer kans hadden op heupfracturen dan vrouwen die minder dan één glas melk per week dronken.
De 45% waar Verburgh aan refereert komt uit de “Nurses Health” studie van Harvard. Het betreft het cijfer dat gecorrigeerd is voor allerlei risicofactoren. Het ongecorrigeerde percentage risicoverhoging was slechts 8%. De conclusie was dan ook niet dat melk het risico op een heupfractuur verhoogt maar dat het drinken van melk geen bescherming biedt.
Soms wordt gesuggereerd dat het drinken van melk op jongere leeftijd jaren later bescherming biedt. Het idee is dat als door het drinken van melk de botdichtheid bijzonder goed is aan het einde van de puberteit deze voorsprong zich later uitbetaalt. Ook dit is onlangs onderzocht en onjuist gebleken. Bij vrouwen kon geen enkele relatie – niet positief en niet negatief – worden vastgesteld tussen de hoeveelheid melk die ze als tieners hadden gedronken en hun risico op het breken van een heup op latere leeftijd. Bij mannen leek melk een nadelig effect te hebben. Een glas melk per dag tijdens de tienerjaren verhoogde bij hen het risico op een heupfractuur met 9%. Gedeeltelijk verklaarde men dit gegeven door de langere lengte die de melkdrinkers daardoor bereikten. Oudere mannen die langer zijn hebben een groter risico op een heupfractuur.
Zuivelproducten zijn een bron van volwaardige eiwitten. We hebben gezien in Veel of weinig proteïne? dat de behoefte hieraan leeftijdsafhankelijk is. Bij jongere mensen is een hoge inname van dierlijk eiwit nadelig en bij ouderen voordelig. Het kan daarom verstandig zijn om vanaf het 65ste levensjaar wat meer melkproducten te gaan nuttigen. Gefermenteerde zuivel met een hoog eiwitgehalte is in dat geval te verkiezen boven gewone melk. Kaas, karnemelk en kwark (plattekaas) lijken ons in dat geval een goede keus. Ook kan melkwei, dat makkelijker verteerbare eiwitten bevat dan kaas en kwark, een goed alternatief zijn.
1) Ik vraag me dan af waarom men vrouwen aanraadt melk te drinken om botbreuken te voorkomen terwijl het onderzoek waar men zich op baseert geen beschermend effect aantoonde.
Milk intake and risk of mortality and fractures in women and men: cohort studies. Karl Michaëlsson, professor BMJ 2014; 349
Cigarette smoking and mortality risk: twenty-five-year follow-up of the Seven Countries Study.Jacobs DR J Arch Intern Med. 1999 Apr 12;159(7):733-40.
De Voedselzandloper Kris Verburgh
Am. J. Epidemiol. (1999) 149 (2): 151-161.
Milk and dairy consumption and incidence of cardiovascular diseases and all-cause mortality: dose-response meta-analysis of prospective cohort studies. Sabita S Soedamah-Muthu,Am J Clin Nutr January 2011 vol. 93 no. 1 158-171
Milk consumption during teenage years and risk of hip fractures in older adults.
Feskanich D, Bischoff-Ferrari HA, Frazier AL, Willett WC JAMA Pediatr. 2014 Jan;168(1):54-60. doi: 10.1001/jamapediatrics.2013.3821.
Milk, dietary calcium, and bone fractures in women: a 12-year prospective study.
Feskanich D, Willett WC, Stampfer MJ, Colditz GA. Am J Public Health. 1997 Jun;87(6):992-7.
Gerelateerd:
Vitamine C voorkomt mogelijk botbreuken
”Gaan uw botjes in rook op ?”.
lycopeen kan botontkalking helpen voorkomen.
Zuur is de dood en base het leven
Vitamine K2 tegen botontkalking
Vitamine D suppletie moet scheutiger volgens apothekers
Veel of weinig proteïne?
U, ik en wei
Delen.
Kelly
Beste,
Wat ik me nu altijd afvraag bij het onderwerp melk, geldt dit dan ook voor het consumeren van (diverse soorten) volle yoghurt, boter, kazen en dergelijke? En zo ja, moet er dan niet gesproken worden over zuivelproducten in het algemeen?
Mvg, Kelly
Adriaan Pruyssers
Nee, volgens het belangrijkste onderzoek bieden gefermenteerde melkproducten bescherming. Kaas, yogurt, kwark en karnemelk dus.
Overigens las ik nog een antwoord op kritiek van de auteurs van het Zweedse onderzoek dat men hogere sterftecijfers vond bij magere melk dan bij volle melk