Dat is het adagium van dr. Gert E. Schuitemaker en hij kan het weten. Schuitemaker is niet alleen apotheker, maar ook voedingsdeskundige. Hij houdt zich al vanaf 1980 bezig met de orthomoleculaire wetenschap en is oprichter en oud-voorzitter van de Maatschappij ter Bevordering van de Orthomoleculaire Geneeskunde [MBOG] en ex-president van The International Society for Orthomolecular Medicine [ISOM]. Samen met drs. Toine de Graaf die gezondheidsjournalist is, heeft hij een nieuw boek het licht doen zien: Fit met voedingssupplementen, neem uw gezondheid in eigen hand. Misschien zegt u: moet dat nou, nog een boek over voedingssupplementen. We hebben er al zoveel. Als u dit denkt let u dan nog even op het tweede gedeelte van de titel: uw gezondheid in eigen hand [ durven] nemen …..
Baas in eigen lijf
De afgelopen decennia is er in geneeskundeland een andere wind gaan waaien. Was het vroeger zo dat de dokter alles wist en de patiënt braaf en blindelings zijn adviezen opvolgde, nu zijn we door de komst van internet en andere informatiebronnen mondiger geworden. We stellen kritische vragen en bij twijfel verlangen we een zogeheten second opinion, een begrip dat mijn ouders niet kenden. De dokter was God. En 50 jaar geleden dacht hij dat zelf ook. Maar het idee om uw gezondheid over te laten aan overheid en artsen is achterhaald. U bent zélf de manager van uw gezondheid. Dat is één van de redenen waarom Schuitemaker en de Graaf dit boek geschreven hebben, en het is een stelling waarmee elk logisch denkend mens het eens zal zijn.Het is uiteraard zinvol adviezen bij gezondheidsdeskundigen in te winnen, maar de finale afweging dient u zelf te maken. Veel mensen leven vaak nog in de overtuiging dat de overheid hen wel zal behoeden voor gevaren. En zo niet, dan weet de dokter wel wat het beste is. Maar wat kunt u concreet verwachten van de overheid als het gaat om uw gezondheid ? De overheid is om te beginnen veelal te laat bij serieuze bedreigingen, of men wedt op het verkeerde paard. De afgelopen jaren hebben hiervan pregnante voorbeelden laten zien. De gevaren kunnen de vorm aannemen van een infectieziekte zoals Mexicaanse griep of Q-koorts, maar meer nog de epidemie van chronische aandoeningen, zoals diabetes, reuma, en hart en vaatziekten. De levensverwachting in ons land neemt nog wel toe. We worden gemiddeld steeds ouder, maar de “gezonde oude dag” neemt dramatisch af. Nederlanders krijgen op steeds jongere leeftijd een chronische aandoening en leven daardoor langer met een ziekte. Het komt volgens de auteurs van het boek Fit met Voedingssupplementen dus op uzelf aan. En het goede nieuws is dat behoud van uw gezondheid voornamelijk is terug te brengen tot leefstijl en voeding, inclusief voedingssupplementen. Zaken die u zelf in de hand hebt. Zelfs als u “genetisch” behept bent met een verhoogd gezondheidsrisico, kunt u dit (deels) compenseren door uw leefstijl hier op aan te passen. Wat dit laatste betreft: nog een reden voor Schuitemaker en de Graaf om dit boek te schrijven.
Epigenetica
De term wordt gebruikt voor een aantal nieuwe onderzoeksgebieden in de biologie die nauw verbonden zijn met de genetica. Bij epigenetisch onderzoek wordt de invloed bestudeerd van de omkeerbare erfelijke veranderingen in de genfunctie die optreden zonder wijzigingen in de volgorde van de basenparen [ sequentie] van het DNA in de celkern. Het bestudeert ook de processen die de zich ontplooiende ontwikkeling van een organisme beïnvloeden. Los van de min of meer ingebakken gensequentie, die in de cel de basisstructuur vormt om de voorraad erfelijke eigenschappen en hun relatieve overhand te bepalen, is er een mechanisme dat zich hierop ent, genomische afstempeling [genomic imprinting] genaamd. Dit epimechanisme heeft te maken met de mogelijkheid voor het DNA om een gen aan of uit te zetten, zoiets als het met behulp van de lichtschakelaar aan en uit doen van het licht. Al geruime tijd wordt aan het humane genoom een hoge mate van autonomie toegekend. Wie kent niet de uitspraak “de eerste gezondheid krijg je mee van je ouders”, die impliceert dat hier weinig aan te veranderen valt. Inderdaad zijn “erfelijke belasting” en “het zit in de familie” een vast gegeven.
Maar het vaste gegeven “dat je er maar mee moet leren leven” is achterhaald, zo betogen Schuitemaker en de Graaf. Méér factoren dan uitsluitend de genen bepalen hoe iemand goede en slechte, gezonde en ongezonde eigenschappen overgeërfd krijgt van zijn (voor)ouders. Met andere woorden: er zijn heel wat mogelijkheden om door middel van een gezonde leefstijl en optimale voeding, aangevuld met hoogwaardige voedingssupplementen, de genen zodanig te beïnvloeden dat het mogelijk wordt ziektes te voorkomen of tot een later tijdstip uit te stellen. Ook al is uw vader overleden aan kanker, dan hoeft dat niet perse te betekenen dat dit noodlot ook u zal treffen. De auteurs van Fit met Voedingssupplementen weten dit moeilijke begrip uit de genetica te vertalen in eenvoudige en praktische adviezen voor het dagelijks leven. Dat maakt dit boek uniek ten opzichte van andere literatuur over voedingssupplementen.
Overbodig en gevaarlijk ?
Regelmatig krijgt het brede publiek via de media te horen dat voedingssupplementen niet nodig zijn omdat onze dagelijkse voeding voldoende nutriënten bevat om gezond te blijven. Ook het Voedingscentrum – “eerlijk over eten” weet u wel ?- huldigt het standpunt dat mensen die gevarieerd eten geen extra vitaminen en mineralen nodig hebben. Maar eten mensen wel zo gevarieerd ? Uit een rapport van de Gezondheidsraad in 2002 blijkt dat maar 2% [ ! ] van de Nederlanders eet volgens de Richtlijnen Goede Voeding. Een ander onderzoek wees uit dat 40% van de mensen die worden opgenomen in een ziekenhuis ondervoed zijn. In 2011 verscheen een nieuwe Voedselconsumptiepeiling [VCP] van het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu [RIVM]. Deze peiling werd van maart 2007 tot april 2010 gehouden onder 3810 Nederlanders in de leeftijd van 7 tot 69 jaar. Van kinderen [vanaf 7 jaar] blijkt slechts 1 tot 2 % voldoende groente te eten en van de volwassenen is dat maximaal 14%. Ook de fruitconsumptie ligt ver onder de aanbevolen hoeveelheid: afhankelijk van de leeftijdsgroep 3 tot 26%. Tussen de 6 en 33% van de Nederlanders eet 2 x per week vis. Een andere conclusie: een deel van de bevolking krijgt minder vitamine A, B1, C en E en magnesium, kalium en zink binnen dan wordt aanbevolen. De realiteit is dus heel wat weerbarstiger dan het Voedingscentrum ons wil doen geloven. Van tijd tot tijd worden we ook “opgeschrikt” door berichten uit wetenschappelijke hoek dat voedingssupplementen wel eens heel gevaarlijk kunnen zijn, en bij regelmatig gebruik levensverkortend. Naast de bekende mythe dat vitamine C nierstenen veroorzaakt kwam er in 1998 een bericht dat hoge doses vitamine C niet antioxidatief maar pro-oxidatief gaan werken met als gevolg mogelijke schade aan het DNA wat kan leiden tot ziekten als reuma en kanker. Later bleek die informatie op drijfzand te zijn gebaseerd. Veel kwaad in de media is ook aangericht door de zogenaamde “meta-analyses”, een statistische methode waarin de resultaten van meerdere wetenschappelijke onderzoeken worden gecombineerd. De meta-analyse is echter bijzonder vatbaar voor manipulatie. Zo draagt deze methode het risico in zich van oneerlijke vergelijking.Dit gebeurde bijvoorbeeld in 2007 in een meta-analyse die wereldwijd veel media-aandacht kreeg. “Supplementen met antioxidanten verhogen mogelijk de kans op sterfte”, luidde zo ongeveer de gemiddelde krantenkop. De onderzoekers concludeerden onder leiding van dr. Goran Bjelakovic van de Universiteit van Nis [Servië en Montenegro], dat betacaroteen, vitamine A en vitamine E de kans op sterfte mogelijk verhogen.
Dat kwam Bjelakovic op forse kritiek van collega-wetenschappers te staan en in 2010 ontmaskerde prof. Hans Biesalski van de Universiteit van Hohenheim [Duitsland] en prof. Jeffrey Blumberg van Tufts University [VS] zijn onderzoeksresultaten als ondeugdelijk. Voor de trouwe supplementgebruiker bij wie door al die griezelige berichten uit de media de schrik om het hart sloeg, is het boek van Schuitemaker en de Graaf zeker een welkome geruststelling. Zij laten de wetenschappelijk goed onderbouwde keerzijde van de antivitaminehetze zien. En de discutabele rol die de farmaceutische industrie dikwijls bij dit soort verhalen speelt wordt door de auteurs niet onbesproken gelaten…..
Eerst voeding, dan medicijnen
Het boek Fit met Voedingssupplementen, neem uw gezondheid in eigen hand beschrijft een voorbeeld hoe orthomoleculaire voedingswetenschap in de praktijk kan worden toegepast. De patiënt in kwestie had sinds 20 jaar een hoge bloeddruk. Ook had ze last gekregen van etalagebenen [claudicatio intermittens] Van haar arts kreeg ze bloedverdunners en bloeddruk- en cholesterolverlagers. Dat stond haar tegen en ze besloot haar levensstijl aan te passen. Met een looptraining kwam ze van haar beenklachten af en mede door goede voeding verbeterden haar bloedwaarden aanzienlijk. Echter: haar bloeddruk, die bij tijd en wijle toch wel hoge waarden laat zien, krijgt ze niet onder controle. Deze mevrouw heeft al belangrijke en wellicht moeilijke maatregelen genomen, zoals verandering van gedrag door meer te bewegen en het voedingspatroon te veranderen. Maar met het ouder worden, is dit misschien nog onvoldoende. Omdat de hoge bloeddruk in de familie voorkomt en deze nauwelijks reageert op de leefstijlverandering, is de kans groot dat hier een genetische factor aan ten grondslag ligt. Er zijn enkele wetenschappelijke onderzoeken waaruit blijkt dat magnesiumsuppletie een verhoogde bloeddruk helpt verlagen. Een functioneel magnesiumtekort kan een genetische oorzaak hebben. Een gen in de nier blijkt hierbij betrokken. Mutaties ervan geven betekenis aan een kritische rol in het transport van magnesium. Bij deze dame zou daarom de magnesiumspiegel bepaald kunnen worden en indien deze te laag is, kan het gecorrigeerd worden met gerichte suppletie. Daarnaast zou zij ter bescherming van haar bloedvatwanden extra antioxidanten kunnen nemen. Vooral de flavonoïden komen hiervoor in aanmerking. Deze zijn te vinden in groene thee, rood en donkerblauw fruit en als voedingssupplement. Vitamine C als universele antioxidant mag niet ontbreken als preventieve maatregel. Een hoge dosis vitamine C helpt overigens de bovendruk te verlagen.
Dit is slechts een voorbeeld waarop de orthomoleculaire geneeskunde kan worden gepraktiseerd. Maar de doorsnee dokter heeft hier geen idee van. Zelden dat u met een gedegen voedingsadvies de spreekkamer verlaat. Hij schrijft liever medicijnen voor, zelfs als goede voeding en voedingssupplementen de oorzaak van de aandoening aanpakken, zeker bij het ouder worden. Al decennialang nemen medicijnen de plaats in van goede voeding. Toepassing van voedingssupplementen werd en wordt stelselmatig genegeerd. Het boek van Gert Schuitmaker en Toine de Graaf bevat daarom een groot aantal praktische adviezen waarmee de lezer aan de slag kan. Het door hen beschreven “Drie-Stappenplan” is daar een prachtig voorbeeld van. Wat Fit met Voedingssupplementen ook uniek maakt is het heldere overzicht van het ontstaan en de geschiedenis van de orthomoleculaire wetenschap. Echter: in de verklaring van de achtergronden van het “oerdieet”[ hoofdstuk 5] kan ik mij niet vinden. De auteurs gebruiken het Darwinisme om het ontstaan van die gecompliceerd werkende enzymatische machinerie in ons lichaam te verklaren, maar gaan daarmee aan het feit voorbij dat de evolutietheorie een “geloofsmodel” is en geen wetenschappelijk bewezen stelling. Persoonlijk meen ik dat wij niet een miljoenen jaren oud product zijn bestaande uit een toevallige samenklontering van eiwitmoleculen, maar het intelligente ontwerp van een alwijze Schepper. Dat dit ook een “geloofsmodel” is weet ik, maar verklaart m.i. beter waarom die enzymen precies “weten” op welk tijdstip en hoe zij aan het werk moeten….Desalniettemin is het boek een lust om te lezen voor zowel de professional als de “leek”…
Fit met Voedingssupplementen, neem uw gezondheid in eigen hand, Gendringen, 2012 [ Ortho Communications & Science BV – www.ortho.nl ]
Gerelateerd:
Delen.
Marc
De verdere ontwikkeling van natuurlijke supplementen wordt niet gepromoot door grote farmaceutische bedrijven. Het is financieel oninteressant omdat er geen patenten op genomen kunnen worden. Daar knelt oa het schoentje.
C. De Bruijn.
L.s.
Kan orthomoluculaire geneeskunde iets betekenen voor iemand met post traumatisch stress syndroom en bij wie of waar is dat te vinden? De arm en het been zijn uitzonderlijk gezwollen terwijl deze tijdens zwangerschappen mooi dun werd en na de bevalling een tijd dun zijn gebleven.
Graag uw reactie.
BVD.
Mvrgr
Corrie de Bruijn.
Corriedebruijn@online.nl
Anthon
Corrie, hoewel ik gezwollen armen en benen niet direct in verband breng met post-traumatische stress, is daar orthomoleculair zeker iets aan te doen. Echter omdat de verschijnselen die je beschrijft een nader onderzoek noodzakelijk maken: oorzaak-eetgewoonten-familiaire ziektegeschiedenis en eventueel medicijngebruik etc. , raad ik je aan een orthomoleculair arts te raadplegen. Je kunt iemand vinden op http://www.mbog.nl door artsen/therapeuten aan te klikken. Hij [of zij] kan je zeker verder helpen. All the best
gr. Anthon